ECLI:NL:GHAMS:2021:2740
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de bankrelatie door Rabobank na bedreigende uitlatingen van de klant
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de bankrelatie tussen een particuliere klant, aangeduid als [appellant], en de Coöperatieve Rabobank U.A. De appellant had een Rabo OpbouwHypotheek en een KeuzePlus Hypotheek bij de bank, maar zijn relatie met de bank was verstoord door agressieve en bedreigende uitlatingen. De bank had de financieringen op verschillende momenten opgezegd, met als laatste opzegging op 6 december 2016. De rechtbank had eerder de vorderingen van de bank toegewezen, en de appellant ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant herhaaldelijk beledigende en bedreigende berichten naar de bank en haar medewerkers had gestuurd, ondanks eerdere afspraken om zijn gedrag te verbeteren. De bank had geprobeerd om de relatie te herstellen, maar de appellant bleef zich ongepast gedragen. Het hof oordeelde dat de bank gerechtigd was om de klantrelatie te beëindigen, omdat voortzetting van de relatie in redelijkheid niet van de bank kon worden gevergd. De belangen van de bank bij beëindiging van de relatie wogen zwaarder dan de belangen van de appellant bij voortzetting daarvan.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van respectvolle communicatie in klantrelaties en de gevolgen van bedreigend gedrag.