ECLI:NL:GHAMS:2021:2712
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorzieningen en verzoek tot afgifte bankafschriften in echtscheidingszaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheidingsprocedure. De vrouw, verzoekster, heeft verzocht om een voorlopige partnerbijdrage van € 4.000,- per maand, terwijl de man, verweerder, momenteel € 675,- per maand bijdraagt. De vrouw stelt dat zij in een noodsituatie verkeert en afhankelijk is van de partnerbijdrage, terwijl de man betwist dat er sprake is van een noodtoestand. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar noodsituatie en dat de man zijn financiële verplichtingen nakomt. Het verzoek om de partnerbijdrage voorlopig te verhogen is afgewezen.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om afgifte van bankafschriften van de man op grond van artikel 843a Rv, om inzicht te krijgen in zijn financiële situatie. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw onvoldoende belang heeft aangetoond bij het verzoek om deze bescheiden, aangezien de man al verplicht is om zijn draagkracht te onderbouwen in de procedure. Het hof heeft daarom ook dit verzoek afgewezen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van het hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.