ECLI:NL:GHAMS:2021:2689

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
8 september 2021
Zaaknummer
200.290.696/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake onderzoeksbudget voor FLEXible HR Service B.V.

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 24 augustus 2021, wordt het verzoek behandeld van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] tegen FLEXible HR Service B.V. en belanghebbenden [B] en [C]. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van FLEXible HR Service B.V. over de periode vanaf 1 januari 2016. Mr. W.J.B. van Nielen is benoemd als onderzoeker en mr. R.A.M.L. van Oeijen als bestuurder met beslissende stem. De onderzoeker heeft een plan van aanpak en begroting van de kosten van het onderzoek ingediend, waarbij de totale kosten zijn begroot op € 55.000 exclusief btw, met een mogelijkheid tot verlaging tot € 35.000 exclusief btw afhankelijk van de uit te voeren werkzaamheden.

De Ondernemingskamer heeft de begroting beoordeeld en komt tot de conclusie dat de kosten niet onredelijk zijn, gezien de omvang van de vennootschap en de aard van het onderzoek. De Ondernemingskamer stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 35.000 exclusief btw en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. G.C. Makkink, en is ondertekend door de voorzitter en de raadsheren.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.290.696/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 24 augustus 2021
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. H.J.D. ter Waarbeek, kantoorhoudende te Zevenaar,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLEXible HR service B.V.,
gevestigd te Maarheeze, gemeente Cranendonck,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. H.A.W. van Wel, kantoorhoudende te Weert,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonende te [....] ,
2.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. H.A.W. van Wel, kantoorhoudende te Weert.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 23 en 25 juni 2021.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van FLEXible HR Service B.V. over de periode vanaf 1 januari 2016 en heeft de Ondernemingskamer mr. W.J.B. van Nielen (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek mag kosten aangehouden. Tevens heeft zij bij die beschikkingen, bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure - voor zover nodig in afwijking van de statuten - mr. R.A.M.L. van Oeijen (hierna: de bestuurder) benoemd tot bestuurder van FLEXible HR Service B.V. met beslissende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is FLEXible HR Service B.V. te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder FLEXible HR Service B.V. niet vertegenwoordigd kan worden.
1.3
In de beschikking van 25 juni 2021 heeft de Ondernemingskamer de onderzoeker verzocht om een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en aan de Ondernemingskamer toe te zenden.
1.4
De onderzoeker heeft bij e-mail van 5 augustus 2021 een plan van aanpak met een begroting van de onderzoekskosten aan de Ondernemingskamer toegezonden. Als bijlage bij het plan van aanpak heeft de onderzoeker aangehecht het schriftelijke commentaar van partijen en de bestuurder op een eerder aan hen door de onderzoeker toegezonden concept plan van aanpak.
1.5
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de advocaten van partijen bij e-mail van 9 augustus 2021 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de begroting van de kosten.
1.6
Bij e-mail van 16 augustus 2021 heeft mr. Ter Waarbeek de Ondernemingskamer namens [A] bericht geen opmerkingen te hebben op de begroting van de kosten door de onderzoeker. De overige partijen hebben van de in 1.5 genoemde gelegenheid geen gebruik gemaakt.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Uit bijlage 1 bij het plan van aanpak volgt dat mr. Van Wel namens belanghebbenden de onderzoeker in reactie op het concept plan van aanpak heeft bericht dat het begrote bedrag buiten proportie is voor het belang dat aan de orde is, nu sprake is van een kleine vennootschap. Mr. Van Wel plaatst vraagtekens bij het inzetten van twee onderzoekers van samen € 550 per uur. Ook de bestuurder heeft in zijn reactie op het concept plan van aanpak aandacht gevraagd voor de begrote kosten in verhouding tot de financiële mogelijkheden van de onderneming.
2.2
De onderzoeker heeft het commentaar in het plan van aanpak verwerkt. Het commentaar heeft ertoe geleid dat de onderzoeker bepaalde begrote werkzaamheden niet zal uitvoeren, tenzij de onderzoeker dat in een later stadium van het onderzoek vanwege de hem dan bekende informatie wel gerechtvaardigd acht. Dit heeft tot gevolg dat een deel van de begrote kosten waarschijnlijk niet zonder meer gemaakt zal worden, aldus de onderzoeker.
2.3
De onderzoeker heeft het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen begroot en opgave gedaan van zijn uurtarief. De onderzoeker heeft de totale kosten van het onderzoek begroot op € 55.000 exclusief btw. Dit bedrag is inclusief een post onvoorzien en de in 2.2. vermelde kosten die niet zonder meer gemaakt worden. Indien deze kosten niet gemaakt worden dan heeft de onderzoeker de kosten van het onderzoek begroot op € 35.000 exclusief btw.
2.4
De begroting van de te besteden tijd en de daaraan verbonden kosten komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. Ook het door de onderzoeker gehanteerde tarief en het tarief van de door hem ingeschakelde hulppersoon komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer gaat er daarbij vanuit dat de onderzoeker en de hulppersoon werkzaamheden niet dubbel in rekening brengen. Gelet op de verwachting van de onderzoeker dat de begrote kosten voor een bedrag van € 20.000 niet zonder meer gemaakt zullen worden, zal de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 35.000 exclusief btw.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 35.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. de Jongh, voorzitter, mr. G.C. Makkink, mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. drs. E. Eeftink RA en dr. M.J.R. Broekema RV, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. G.C. Makkink op 24 augustus 2021.