Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
gevolgschadegaat [appellante] uit van 1/3 van het totaalbedrag (€ 14.349,00 inclusief btw) van de tweede offerte van [naam aannemer] (d.d. 21 februari 2018), zijnde € 4.783,00, welke schatting het hof niet onredelijk voorkomt. Daarbij komen dan nog
de kosten die [geïntimeerde] zich heeft bespaarddoor niet zelf het constructiegebrek in de aanbouw te herstellen. Mede gelet op het bedrag dat [appellante] stelt voor het bouwkundig herstel te hebben betaald aan [naam aannemer] (de resterende € 9.566,00, inclusief btw), dat naar moet worden aangenomen aanmerkelijk hoger is dan het bedrag dat [geïntimeerde] zelf aan die werkzaamheden kwijt zou zijn geweest, zal het hof de totale schadevergoeding schattenderwijs bepalen op € 10.000,00.