ECLI:NL:GHAMS:2021:2596

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2021
Publicatiedatum
26 augustus 2021
Zaaknummer
23-001996-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep na onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij strafbaar feit

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld, maar heeft hoger beroep ingesteld. De zaak betreft een strafrechtelijke tenlastelegging waarbij de verdachte op 8 mei 2020 betrokken zou zijn geweest bij een poging tot inbraak of diefstal. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen, waaronder het zich voordoen als pakketbezorger en het vervoeren van een medeverdachte naar de woning van het slachtoffer. Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat, hoewel er aanwijzingen zijn voor de betrokkenheid van de verdachte, deze aanwijzingen niet voldoende concreet zijn om tot een bewezenverklaring te komen. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de verdachte vrij te spreken gevolgd. Het vonnis van de rechtbank is vernietigd, en de verdachte is vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van het hof in het waarborgen van een eerlijk proces.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001996-20
datum uitspraak: 26 augustus 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 september 2020 in de strafzaak onder parketnummer 13-126558-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
adres: [adres 1],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I.V. HvB Nieuwersluis te Nieuwersluis.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 augustus 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
zij op of omstreeks 8 mei 2020 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 2], alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden), ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer] en/of (een) derde(n) weg te nemen met het oogmerk om die/het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel (te weten een flipperkaart),
- ( meermalen) naar de woning van die [slachtoffer] is gegaan en/of
- ( meermalen) heeft aangebeld bij die woning van die [slachtoffer] en/of
- ( daarbij) zich heeft voorgedaan als (bonafide) pakketbezorger door een (polo)shirt van PostNL te dragen en/of een pakket vast te houden en/of
- ( vervolgens) een takje tussen het tuindeurtje en het hek van die woning van die [slachtoffer] te plaatsen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
hij op of omstreeks 8 mei 2020 te Amsterdam ter uitvoering van het door die [medeverdachte] voorgenomen misdrijf om enig(e) goed(eren)die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte] en/of aan verdachte toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer] en/of (een) derde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel (te weten een flipperkaart),
- ( meermalen) naar de woning van die [slachtoffer] is gegaan en/of - (meermalen) heeft aangebeld bij die woning van die [slachtoffer] en/of
- ( daarbij) zich heeft voorgedaan als (bonafide) pakketbezorger door een (polo)shirt van PostNL te dragen en/of een pakket vast te houden en/of
- ( vervolgens) een takje tussen het tuindeurtje en het hek van die woning van die [slachtoffer] te plaatsen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 8 mei 2020 te Amsterdam opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- ( meermalen) die [medeverdachte] met de auto naar de woning van die [slachtoffer] te vervoeren en/of
- ( vervolgens) de (vlucht)auto te besturen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte op 8 mei 2020 aan medeverdachte [medeverdachte] een lift heeft gegeven naar de [adres 2] en dat die [medeverdachte] zich bij een woning in die straat onder verdachte omstandigheden heeft opgehouden. Tijdens de fouillering van de verdachte zijn onder andere een (als flipperkaart te gebruiken) stuk plastic en een zakje met (voor het opentrekken van een cilinderslot bruikbare) trekschroeven aangetroffen.
Het dossier biedt daarmee aanwijzingen voor de betrokkenheid van de verdachte bij een strafbaar feit, maar die zijn onvoldoende (concreet) om tot bewezenverklaring van het primair dan wel subsidiair tenlastegelegde te komen. Het hof is dan ook, met de advocaat-generaal en de raadsman, van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N. van der Wijngaart, mr. A.M. van Woensel en mr. F.M.D. Aardema, in tegenwoordigheid van mr. S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 augustus 2021.