ECLI:NL:GHAMS:2021:257

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 januari 2021
Publicatiedatum
2 februari 2021
Zaaknummer
23-004086-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep van de rechtbank Amsterdam met betrekking tot een strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 24 oktober 2019 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1995, die in hoger beroep is gegaan tegen het eerder uitgesproken vonnis. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 14 januari 2021 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van vijf maanden heeft geëist, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, waarbij het hof zich verenigde met de overwegingen van de rechtbank. Het verweer van de verdediging over de herkenning van de verdachte werd door het hof als niet relevant beschouwd, aangezien de rechtbank dit op goede gronden had verworpen. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 28 januari 2021.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004086-19
datum uitspraak: 28 januari 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 oktober 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-680157-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
van 14 januari 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte
en de raadsman naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen.
Het door de verdediging in hoger beroep opnieuw gevoerde verweer omtrent de herkenning van de verdachte is door de rechtbank op goede grond verworpen en noopt niet tot een aanvullende overweging.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. S. Clement, mr. V. Mul en mr. J.H.C. van Ginhoven, in tegenwoordigheid van
mr. D. Damman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof
van 28 januari 2021.
=========================================================================
[…]