In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1995, werd beschuldigd van eenvoudige belediging van een ambtenaar, te weten een agent van politie, tijdens de rechtmatige uitoefening van diens functie. De tenlastelegging betrof beledigende uitlatingen die de verdachte op 15 mei 2020 in Amsterdam had gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de woorden "Ey Flikkers" en "jullie zijn kanker zwervers" heeft geuit tegen de agent, wat als belediging werd gekwalificeerd.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening bevatte. De bewezenverklaring van de belediging werd door het hof als wettig en overtuigend bewezen beschouwd. De verdachte werd niet in zijn verdediging geschaad door eventuele taal- of schrijffouten in de tenlastelegging. Het hof oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsloten.
De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 300,00, subsidiair zes dagen hechtenis. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd. Het hof hield rekening met de spijt van de verdachte en zijn beperkte draagkracht, en legde de geldboete geheel voorwaardelijk op. De beslissing van het hof was gebaseerd op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan, evenals de persoon van de verdachte. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 300,00, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de verdachte zich voor het einde van de proeftijd opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit.