Uitspraak
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
enin ‘kweekruimte 2’.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie tegen de betrokkene, die in eerste aanleg was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De politierechter had de betrokkene verplicht tot betaling van een bedrag van € 4883,50 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat op € 7285,53. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de behandeling in hoger beroep op 28 juli 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 7285,53 heeft geschat. Het hof heeft de zaak beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de overwegingen van de politierechter juist zijn. Het hof heeft echter de advocaat-generaal niet gevolgd in de vordering met betrekking tot de kweek van hennepplanten in 'kweekruimte 2', omdat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat daar hennepplanten stonden.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met de toevoeging dat de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de kweek in 'kweekruimte 2' niet aan de orde is. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters aanwezig waren op de openbare terechtzitting.