Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
- de passage “
- de redengevende inhoud van het door de rechtbank als eerste gebezigde bewijsmiddel aan het slot aanvult met de zin:
- aan de gebezigde bewijsmiddelen toevoegt:
[medeverdachte]:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 23 juli 2020. De zaak betreft een jeugdige verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan beroving, diefstal met geweld en afpersing. De verdachte is geboren op een onbekende datum en heeft een huidig BRP-adres dat niet is vermeld. Het hof heeft het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarbij de verdachte bijzondere voorwaarden opgelegd kreeg, waaronder begeleiding door de jeugdreclassering en een locatiegebod met elektronische controle.
Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep op 1 juli 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis vroeg. De verdediging heeft echter betoogd dat de bijzondere voorwaarden niet meerwaarde bieden ten opzichte van eerder opgelegde voorwaarden in een andere zaak. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte al onder toezicht staat van de jeugdreclassering en dat de eerder opgelegde voorwaarden voldoende zijn. Daarom heeft het hof de bijzondere voorwaarden en het bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid vernietigd, maar het vonnis voor het overige bevestigd.
De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten, waarbij de verdachte en een medeverdachte de aangever onder druk hebben gezet en geweld hebben gebruikt om zijn telefoon en inloggegevens te verkrijgen. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte in overweging genomen, evenals de informatie van de reclassering. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de verdachte, met het oog op zijn begeleiding en toezicht door de jeugdreclassering.