ECLI:NL:GHAMS:2021:2383
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om omgang door gezaghebbende ouder met verwijzing naar Franse rechter op grond van artikel 15 Verordening Brussel II bis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om omgang tussen een vader en zijn minderjarige zoon. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft het hof verzocht om de eerder opgelegde contactregeling te herstellen, terwijl de moeder, verweerster in hoger beroep, zich op het standpunt heeft gesteld dat het hof zich onbevoegd moet verklaren en heeft verzocht om de zaak naar de Franse rechter te verwijzen. De minderjarige, geboren in 2008, woont sinds 2013 met zijn moeder in Frankrijk en heeft daar zijn sociale leven en school. Het hof heeft vastgesteld dat er een bijzondere band bestaat tussen de minderjarige en Frankrijk, waardoor het in het belang van het kind is dat de Franse rechter de zaak behandelt. Het hof heeft de verzoeken van de man en de vrouw beoordeeld en geconcludeerd dat de Nederlandse rechter onvoldoende zicht heeft op de situatie van de minderjarige, die geworteld is in Frankrijk. De vrouw heeft ingestemd met de verwijzing naar de Franse rechter, wat de basis vormt voor de beslissing van het hof om de zaak te verwijzen. De beslissing van het hof houdt in dat de Franse rechter wordt verzocht zijn bevoegdheid uit te oefenen ter zake het verzoek van de man om omgang met de minderjarige. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden in afwachting van bericht van de liaisonrechter.