Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
“(…) Indien u uw huidige verdampingsmeters wilt vervangen, ontvangt u van ista gratis nieuwe meters en worden uw oude meters kosteloos door ons vervangen. (…) Daarbij blijft u met gelijke tarieven verzekerd van dezelfde kwalitatieve dienstverlening als voorheen. (…) Wilt u meer informatie? Neemt u dan contact op via (…)”.
“(…) Vorig jaar hebben wij u vervanging aangeboden van de verdampingsmeters in uw complex(en), waarbij wijuw oude meters kosteloos vervangendoor nieuwe meters. Naar aanleiding van deze actie heeft u een offerte bij ons aangevraagd. Helaas hebben wij hierop nog geen reactie van u mogen ontvangen. Ook in 2011 zetten wij deze actie voort. (…)”.
OPTIE 1: Geen hardware investering en standaard dienstverleningstarief
4.Beoordeling
grief 1richt Ringers zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat tussen Ista en Ringers een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan Ringers een vergoeding is verschuldigd bij opzegging van de overeenkomst binnen tien jaar na het aangaan van de overeenkomst. Ringers heeft primair betoogd dat zij niet de wil had een dergelijke vergoeding overeen te komen en dat Ista gezien de manier waarop de overeenkomst tot stand is gekomen er niet op mocht vertrouwen dat dit wel het geval was (artikel 3:33 jo 3:35 BW). Subsidiair heeft Ringers aangevoerd dat een redelijke uitleg van de overeenkomst meebrengt dat een dergelijke vergoeding in de omstandigheden van dit geval niet is verschuldigd. Ringers heeft erop gewezen dat Ista in de brieven van 10 maart 2010 en 26 januari 2011 repte over “
gratis” nieuwe meters en het “
kosteloos” vervangen van oude meters en dat optie 1 in de offerte was omschreven als een optie zonder hardware-investering, waarbij Ista de meetapparatuur om niet ter beschikking zou stellen. In het licht daarvan was Ringers niet bedacht (en hoefde zij dat ook niet te zijn) op een vergoedingsregeling zoals opgenomen in artikel 3 van de overeenkomst. Het had volgens Ringers op de weg van Ista gelegen haar te wijzen op die vergoedingsregeling, nu deze een wezenlijke en nadelige – van de offerte afwijkende – aanvulling op de op 15 mei 2012 reeds gesloten overeenkomst betrof en nu in de (omvangrijke) offerte slechts met een enkel zinnetje op misleidende wijze aan de vergoedingsregeling werd gerefereerd. Dit geldt volgens Ringers te meer nu Ista over de overeenkomst alleen heeft gecorrespondeerd met een niet-leidinggevende medewerker van Ringers.
Tarieven gelden voor een periode van 10 jaar en worden jaarlijks geïndexeerd. In geval van vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst is een afkoopregeling voor de meetapparatuur van toepassing op basis van het prijspeil van 2012”,kan geen overeenstemming over de duur van de overeenkomst worden afgeleid; deze omschrijving kan immers ook duiden op een meerjarige overeenkomst waarbij de prijs jaarlijks wordt vastgesteld. Ook de afkoopregeling bij vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst, waarnaar in de offerte bij optie 1 wordt verwezen, is in de offerte nog niet (concreet) vormgegeven. Zo is nog niet overeengekomen wat onder “vroegtijdig” werd verstaan en ook niet hoe de afkoopregeling werd berekend. De tekst van de offerte was ieder geval niet zo eenduidig dat Ringers er zonder meer van kon uitgaan dat met “vroegtijdig” opzegging tegen een niet overeengekomen opzegdatum binnen een lopend contractjaar werd bedoeld. Uit de offerte volgt verder evenmin dat is overeengekomen dat Ringers de meters bij het einde van de overeenkomst mocht teruggeven; ook indien Ringers niet wist dat Ista de meters niet kon hergebruiken, kon zij er op basis van de offerte niet van uitgaan dat dit was afgesproken.
grief 2keert Ringers zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat zij niet heeft gedwaald bij de totstandkoming van de overeenkomst. Ringers stelt in hoger beroep daarnaast dat zij ook heeft gedwaald bij het aanvaarden van de offerte. Ringers heeft aangevoerd dat Ista haar onjuist heeft ingelicht, althans haar onvolledige mededelingen heeft gedaan door haar als klant te lokken met mededelingen over gratis meters zonder investering en gaandeweg en verholen de afkoopregeling te introduceren. Ista had Ringers al in de offerte duidelijk moeten meedelen dat een afkoopsom van toepassing zou zijn bij beëindiging van de overeenkomst binnen tien jaar na het aangaan daarvan, aldus Ringers.
gratis” en “
kosteloos” in de aanbiedingen van Ista dienden te worden opgevat. Voor zover Ringers heeft betoogd dat zij bij het ondertekenen van de overeenkomst in de onjuiste voorstelling verkeerde dat de overeenkomst niet zou afwijken van de offerte, wordt dat betoog niet gevolgd omdat dit uit de uitlatingen van Ista in genoemde brieven en de offerte niet kon worden afgeleid. Daarbij geldt dat de offerte nog niet concreet was ten aanzien van de duur en de afkoopregeling, en deze onderwerpen nog nadere invulling vereisten. Dat de overeenkomst geheel gelijkluidend zou zijn aan de offerte, kon Ringers dan ook redelijkerwijs niet aannemen. Op Ista rustte, zoals hiervoor reeds overwogen, ook geen verplichting Ringers expliciet te wijzen op de vergoedingsregeling in de overeenkomst. Ringers is een professionele partij, en (de vergoedingsregeling uit) de overeenkomst was niet complex. Dat de overeenkomst namens Ringers werd ondertekend door [X] , en dat Ringers over de overeenkomst geen vragen heeft gesteld, maakte evenmin dat Ista spontaan had moeten mededelen dat de overeenkomst een vergoedingsregeling bevatte, te meer nu [X] een week eerder namens Ringers ook de offerte had ondertekend.
grief 3tegen de afwijzing van de kantonrechter van het beroep van Ringers op artikel 6:248 lid 2 BW. Ringers heeft gesteld dat het beroep van Ista op artikel 3 van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zij heeft daarbij gewezen op de volgens haar misleidende wijze van totstandkoming van de overeenkomst (in de zin van artikel 6:194 BW), waarbij Ista Ringers eerst heeft gelokt met beloften over gratis meters, in de aanbiedingsbrieven en de offerte bewust informatie heeft achterhouden over de vergoedingsregeling, en vervolgens heimelijk de vergoedingsregeling in de overeenkomst heeft geïntroduceerd. Verder heeft Ringers betoogd dat het niet redelijk is dat zij moet betalen voor meters die zij niet kan gebruiken, dat Ista de meters kan ophalen, dat niet aannemelijk is dat de meters een levensduur van tien jaar hebben en dat (dus) wel aannemelijk is dat Ista de investering in de meters – nu de overeenkomst vijf jaar heeft geduurd – al (grotendeels) heeft terugverdiend.