In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 2005, was eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk, waaronder 48 cobra's en 200 nitraten. De kinderrechter had een taakstraf van 120 uren opgelegd, waarvan 40 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar. De advocaat-generaal had in hoger beroep een lagere taakstraf van 80 uren geëist.
Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter in zoverre vernietigd dat de opgelegde straf is verlaagd naar een taakstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie bij niet-nakoming. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte heeft zijn diploma behaald en heeft ambities voor de toekomst, wat door de Raad voor de Kinderbescherming positief is beoordeeld.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich bewust is van de ernst van zijn daden en spijt heeft betuigd. Er is geen eerdere veroordeling voor soortgelijke feiten, wat meeweegt in de beslissing. De op te leggen straf is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en andere relevante wetgeving. Het hof bevestigt het vonnis voor het overige, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.