ECLI:NL:GHAMS:2021:2271

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 augustus 2021
Publicatiedatum
5 augustus 2021
Zaaknummer
23-000583-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis in jeugdzaak met betrekking tot afpersing en diefstal met geweld

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 4 maart 2021 was gewezen. De zaak betreft een jeugdige verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing en diefstal met geweld. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de strafoplegging. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden en een werkstraf van 100 uren. Het hof heeft de werkstraf gematigd tot 80 uren, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de eerste aanleg. De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan geweld tegen slachtoffers, wat heeft geleid tot een inbreuk op hun lichamelijke en psychische integriteit. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. Ondanks de negatieve aspecten van het gedrag van de verdachte, zijn er ook positieve ontwikkelingen in zijn leven, zoals zijn motivatie om op het goede pad te blijven. Het hof heeft besloten om de verdachte een voorwaardelijke jeugddetentie van drie maanden op te leggen, maar heeft deze om redenen van proportionaliteit gematigd. Het hof heeft geen bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, gezien de reeds opgelegde voorwaarden in een eerdere zaak. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing zijn op deze zaak.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000583-21
datum uitspraak: 5 augustus 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 4 maart 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-225029-18 tegen
[verdachte 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
door de verdachte opgegeven adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
22 juli 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de strafoplegging, in zoverre zal het vonnis worden vernietigd, en met dien verstande dat het hof de inhoud van het bewijsmiddel op pagina 22 van het vonnis waarvan beroep vervangt en aan het bewijsmiddel op pagina 14 van het vonnis waarvan beroep een opmerking toevoegt.

Aanvullende bewijsmiddelen

Het hof voegt aan het bewijsmiddel op pagina 14 van het vonnis waarvan beroep, het proces-verbaal van aangifte van 30 juli 2018, het volgende toe: op de derde regel wordt na “[naam 1]” toegevoegd “
(het hof begrijpt telkens: [naam 1])”.
Het hof vervangt de inhoud van het bewijsmiddel op pagina 22 van het vonnis waarvan beroep, het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant], door het volgende bewijsmiddel:
Een proces-verbaal van bevindingen van 17 september 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] (doorgenummerde pagina’s 116-164). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op vrijdag 10 augustus 2018 omstreeks 08:30 uur was ik werkzaam als Generalist Tactische Opsporing bij de Districtsrecherche Zaandijk, belast met het onderzoek in de mobiele telefoon die aangetroffen werd en in eigendom toebehoort aan verdachte [verdachte 2]. In de mobiele telefoon vond ik onder de applicatie telefoon een tabblad met contacten. Ik zag in dit tabblad de tekst “Mijn nummer” staan. Ik zag dat het volgende nummer onder "Mijn nummer" stond: [telefoonnummer 1]. Ik zag onder de applicatie “Instellingen” dat er een Apple ID aan het toestel gekoppeld was. Ik las dat dit account het volgende emailadres had: [e-mailadres], tevens zag ik dat de naam [verdachte 2] zichtbaar was als naam van de Apple ID. Ik ontgrendelde de telefoon en zag dat er in berichtenservice Whatsapp berichten waren gestuurd door iemand die [getuige] heet. Ik zag dat aan de naam [getuige] het volgende telefoonnummer was gekoppeld [telefoonnummer 2]. Ik heb het telefoonnummer bevraagd via het Centraal informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie en las dat het telefoonnummer te naam gesteld staat op naam van: [naam 3] Op den [adres 2]. Dit adres kwam overeen met het adres dat getuige [getuige] de Wit had opgegeven tijdens het afleggen van haar getuigenverklaring. Tijdens het opnemen van de getuigenverklaring heeft getuige De Wit het telefoonnummer [telefoonnummer 2] opgegeven. Dat is hetzelfde nummer als door mij is aangetroffen in de telefoon van de verdachte onder de naam [getuige].
[verdachte 2]: Wbj nu
(zondag 29 juli 2018 om 20:43)
[getuige]: Thuuuiss
(zondag 29 juli 2018 om 20:43)
[getuige]: ik wacht op [naam 4] dan kom ik
(zondag 29 juli 2018 om 20:43)
[verdachte 2]: ik ga nu die adres kijken
(zondag 29 juli 2018 om 20:43)
[verdachte 2]: waar we ze heen gaan laten komen
(zondag 29 juli 2018 om 20:44)
[verdachte 2]: Die deka
(zondag 29 juli 2018 om 20:44)
[verdachte 2]: Bij het water
(zondag 29 juli 2018 om 20:44)
[verdachte 2]: In mijn buurt
(zondag 29 juli 2018 om 20:44)
[verdachte 2]: Kom Nasr rosmolen
(zondag 29 juli 2018 om 20:44)
[getuige]: Nee ik kom eerst naar jou
(zondag 29 juli 2018 om 20:44)
[verdachte 2]: Jij komt alleen naar mij?
(zondag 29 juli 2018 om 20:44)
[getuige]: Nee met [naam 4]
(zondag 29 juli 2018 om 20:44)
[getuige]: Maar zonder [naam 5] bedoel ik
(zondag 29 juli 2018 om 20:45)
(…)
[getuige]: Ze komt nu naar hier en dan direct naar jou
(zondag 29 juli 2018 om 20:51)
[getuige]: En dan komt [naam 5]
(zondag 29 juli 2018 om 20:51)
[verdachte 2]: sta hier te wachten
(zondag 29 juli 2018 om 21:11)
[getuige]: GA WEG
(zondag 29 juli 2018 om 21:47)
[verdachte 2]: Waarom
(zondag 29 juli 2018 om 21:47)
[verdachte 2]: Waar is die kil
(zondag 29 juli 2018 om 21:47)
[verdachte 2]: Kil
(zondag 29 juli 2018 om 21:48)
[verdachte 2]: Wat ga weg
(zondag 29 juli 2018 om 21:48)
[verdachte 2]: Wat praat je allemaal man
(zondag 29 juli 2018 om 21:48)
[verdachte 2]: Wat the fuck man
(zondag 29 juli 2018 om 21:48)
[verdachte 2]: Zie me niet als kk kleine jonge vriend
(zondag 29 juli 2018 om 21:49)
[verdachte 2]: Regel het dan met kkr [naam 7]
(zondag 29 juli 2018 om 21:49)
[getuige]: Ja maar als je achter me loopt
(zondag 29 juli 2018 om 21:49)
[getuige]: zie ie je toch
(zondag 29 juli 2018 om 21:49)
(…)
: Okee hoelaat
(zondag 29 juli 2018 om 22:23)
[verdachte 2]: 11 uur bij die locatie
(zondag 29 juli 2018 om 22:23)
[getuige]: Okaay
(zondag 29 juli 2018 om 22:24)
[getuige]: Verkleed je
(zondag 29 juli 2018 om 22:35)
[getuige]: Doe iets op je hoofd
(zondag 29 juli 2018 om 22:36)
[verdachte 2]: Jaaa
(zondag 29 juli 2018 om 22:39)
(…)
[verdachte 2]: laat hij parkeren
(zondag 29 juli 2018 om 22:49)
[verdachte 2]: En zorg dat ze uitstappen
(zondag 29 juli 2018 om 22:49)
(…)
[verdachte 2]: Is er geld, is er een watch
(zondag 29 juli 2018 om 22:53)
[getuige]: Hij heeft niks om hij is voorbereid
(zondag 29 juli 2018 om 22:53)
[verdachte 2]: Dan wat wil je dat we pakken
(zondag 29 juli 2018 om 22:54)
[verdachte 2]: Ga niet gillen
(zondag 29 juli 2018 om 22:54)
[verdachte 2]: Ofzo
(zondag 29 juli 2018 om 22:54)
[verdachte 2]: Ga niet gillen
(zondag 29 juli 2018 om 22:54)
[getuige]: Ja
(zondag 29 juli 2018 om 22:54)
[verdachte 2]: Kil
(zondag 29 juli 2018 om 22:55)
[verdachte 2]: Wat wil je
(zondag 29 juli 2018 om 22:54)
[verdachte 2]: Dat ik pak
(zondag 29 juli 2018 om 22:55)
[verdachte 2]: Als hij niks heeft
(zondag 29 juli 2018 om 22:55)
(…)
[verdachte 2]: Watchas?
(zondag 29 juli 2018 om 22:56)
[getuige]: Laat me kijken
(zondag 29 juli 2018 om 22:56)
[verdachte 2]: Aii
(zondag 29 juli 2018 om 22:56)
[verdachte 2]: Kom nu
(zondag 29 juli 2018 om 22:57)
[verdachte 2]: Wat heeft hij zo kkr lang kijk je?
(zondag 29 juli 2018 om 22:57)
[getuige]: Hij heeft gene horloges sws
(zondag 29 juli 2018 om 22:57)
[verdachte 2]: En ze matties???
(zondag 29 juli 2018 om 22:57)
[getuige]: Hun zitten voorin
(zondag 29 juli 2018 om 22:57)
[verdachte 2]: Wat hebben hun
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[getuige]: kil ga me niet stressen
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[getuige]: Ze doen al shakey
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[verdachte 2]: Zijn ze groot
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[verdachte 2]: Klein
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[verdachte 2]: Oke
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[getuige]: nah kk skinny sws
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[verdachte 2]: Kom naar hier aub
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[verdachte 2]: ik wil buit maken
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[getuige]: 1 is beetje lang
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[getuige]: Kijk op insta
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[getuige]: [naam 6] ofzo
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[getuige]: Eentje heet zo
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
[verdachte 2]: Oke
(zondag 29 juli 2018 om 22:58)
(…)
[verdachte 2]: Wat voor auto
(zondag 29 juli 2018 om 23:02)
[getuige]: Zeg t j eerlijk
(zondag 29 juli 2018 om 23:02)
[getuige]: Geen kk flauw idee
(zondag 29 juli 2018 om 23:02)
[getuige]: wel mooie
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
[verdachte 2]: Welke kleur
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
[getuige]: Zwart
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
[verdachte 2]: hun 3 helemaal geen watch?
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
[getuige]: Die bestuurder heeft wel iets ik ga zo beter kijken
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
[verdachte 2]: Oke
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
[verdachte 2]: die niet verdacht
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
[getuige]: Nee sws niet
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
[verdachte 2]: Connect [naam 7]
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
[verdachte 2]: Kom naar die locatie
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)
(…)
[getuige]: okee ik app [naam 7] zo
(zondag 29 juli 2018 om 23:03)

Oplegging van straffen

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van twee maanden en een werkstraf voor de duur van 100 uren, bij niet verrichten te vervangen door 50 dagen jeugddetentie, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden gesteld, te weten een verplichting mee te werken aan het traject gericht op plaatsing in een instelling voor begeleid zelfstandig wonen, de verplichting mee te werken aan coaching en de verplichting mee te werken aan het tot stand komen van een gestructureerde dagbesteding.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan afpersing en diefstal met geweld. Jegens de slachtoffers is geweld uitgeoefend en gedreigd met geweld. De verdachte heeft door zijn handelen inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de slachtoffers. Hij heeft zich laten leiden door financieel gewin en niet stilgestaan bij de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. Naast de gevolgen voor de slachtoffers, veroorzaken feiten als de onderhavige onrust in de samenleving en versterken ze gevoelens van onveiligheid. De verdachte heeft voor deze verwerpelijke daad op geen enkele wijze – ook niet ter zitting in hoger beroep – zijn verantwoordelijkheid willen nemen. Een en ander rekent het hof de verdachte zeer aan. Ook weegt het hof in het nadeel van de verdachte mee dat hij blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 29 juni 2021 eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
Het hof ziet, ondanks een recente veroordeling, ook positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte te kennen gegeven thans op het goede pad te zijn en gemotiveerd te zijn om niet meer met justitie in aanraking te komen. Zo wordt er eindelijk gewerkt aan het zelfstandig kunnen wonen en aan een dagbesteding, en is hij gemotiveerd om werk te vinden en te behouden. De verdachte realiseert zich dat de door hem gestelde doelen met de nodige uitdagingen gepaard zullen gaan, maar komt in zijn ambities oprecht over.
Het hof is alles afwegende, met de verdachte en zijn raadsman, van oordeel dat de verdachte gebaat is bij een flinke stok achter de deur middels een voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf van substantiële duur. Die ‘stok’ kan hem sterken om niet opnieuw de fout in te gaan en op het juiste pad te blijven teneinde zijn doelen (zelfstandig wonen, dagbesteding, werk en inkomen) te verwezenlijken. Gelet op de ernst van de feiten acht het hof in beginsel een voorwaardelijke jeugddetentie van drie maanden en een werkstraf voor de duur van 100 uren passend en geboden. Het hof houdt echter rekening met de overschrijding van de redelijke termijn van dertien maanden in eerste aanleg. Het hof zal om die reden de werkstraf matigen tot de duur van 80 uur.
Het hof zal geen bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbinden. Ter terechtzitting in hoger beroep is uit de toelichting van de raadsman van de verdachte en uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie gebleken dat aan de verdachte bij onherroepelijk vonnis van 18 maart 2021 reeds bijzondere voorwaarden zijn opgelegd, te weten een verplichting mee te werken aan verdiepingsdiagnostiek, een behandelverplichting, een meldplicht en een verplichting mee te werken aan woonbegeleiding of maatschappelijke opvang. In het vonnis waarvan beroep zijn gelijkluidende bijzondere voorwaarden gesteld. Gelet op het feit dat de proeftijd in de andere zaak nog tot in 2023 loopt, ziet het hof thans geen toevoegde waarde in het opnieuw stellen van voornoemde bijzondere, aan het vonnis van 18 maart 2021 gelijkluidende, voorwaarden. Het hof overweegt dienaangaande bovendien dat ter terechtzitting in hoger beroep geen geactualiseerd advies betreffende de strafoplegging is verstrekt door de Raad voor de Kinderbescherming.
Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke jeugddetentie en een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 36f, 56, 63, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen jeugddetentie.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.P. van Heusden, mr. A.M.P. Geelhoed en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van mr. D. Damman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
5 augustus 2021.
De voorzitter, de jongste raadsheer en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]