Uitspraak
1.Het geding
2.De feiten en het procesverloop
De voorzitter gaat in op de twee verzoeken van de notaris.
Horen getuigen. De voorzitter merkt op dat de afweging om al dan niet getuigen te
3.Het wrakingsverzoek
1. Op grond van artikel 6 EVRM heb ik het recht op het horen van getuigen. U wilt nu
Er is sprake van vooringenomenheid bij het hof. U houdt voor wat betreft het aanhoudingsverzoek een slag om de arm. Duiding van feiten acht u niet in het belang in dit stadium. Daarbij komt dat klaagster geen enkel nadeel ondervindt van uitstel.”
De oud-notaris verwijt de gewraakte raadsheren dat zij niet op de mondelinge behandeling al willen beslissen over het horen van getuigen en de mondelinge behandeling niet willen opschorten, totdat het hof Den Haag heeft beslist in de civiele zaak. Dit zijn geen feiten of omstandigheden, waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.”