Op 2 augustus 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 25 augustus 2020. De zaak betreft de verdachte die was veroordeeld voor het in bezit hebben van een geladen vuurwapen en een busje pepperspray met een verlopen houdbaarheidsdatum. Het hof heeft de verklaring van de verdachte over het bezit van het vuurwapen als volstrekt ongeloofwaardig bestempeld. De verdachte had het vuurwapen kort voor de komst van de politie van een ruziemakend persoon afgepakt, maar het hof achtte deze verklaring niet alleen strijdig met het dossier, maar ook onaannemelijk. Het hof heeft de gevangenisstraf van de rechtbank bevestigd, maar de opgelegde straf gewijzigd. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, maar het hof heeft dit verlaagd naar acht maanden, met een deel voorwaardelijk. Het hof oordeelde dat het bezit van een vuurwapen onaanvaardbare risico's met zich meebrengt voor de veiligheid van personen en dat het bezit van vuurwapens bijdraagt aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Het hof heeft ook geoordeeld dat het inbeslaggenomen busje pepperspray niet vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat het niet voldeed aan de wettelijke voorwaarden. De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte een gevangenisstraf van acht maanden krijgt, waarvan twee maanden voorwaardelijk, en dat de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht op de opgelegde straf.