ECLI:NL:GHAMS:2021:2168

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
200.258.823/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrecht; opstalverzekering; ondeugdelijk herstel van gedekte schade

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Achmea Schadeverzekeringen N.V. en twee verzekerden die een opstalverzekering hebben afgesloten. De verzekerden hebben schade geleden door een gesprongen waterleiding, waarvoor zij aanspraak maakten op hun verzekering. Achmea heeft een expert ingeschakeld om de schade te begroten en heeft vervolgens herstelwerkzaamheden laten uitvoeren door Hersteldirect. De verzekerden stellen echter dat deze herstelwerkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd en hebben Achmea aangesproken om tot deugdelijk herstel over te gaan. In hoger beroep vorderen de verzekerden betaling van het bedrag dat nodig is om de ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden te herstellen. Achmea betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de verzekerden zelf de opdrachtgever waren van de herstelwerkzaamheden. Het hof oordeelt dat Achmea feitelijk de opdrachtgever is geweest en dat zij verantwoordelijk is voor de deugdelijke uitvoering van de werkzaamheden. De vordering tot betaling wordt toegewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.258.823/01
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : C/15/268046 / HA ZA 17-881
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 20 juli 2021
inzake
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.
gevestigd te Apeldoorn,
appellante,
tevens incidenteel geïntimeerde,
advocaat: mr. A.L. Mijnssen te Leusden,
tegen

1.[geïntimeerde sub 1]

2.
[geïntimeerde sub 2]
wonend te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
geïntimeerden,
tevens incidenteel appellanten,
advocaat: mr. J.G. Schmidt te Schagen.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Achmea en [geïntimeerden] genoemd.
Achmea is bij dagvaarding van 1 mei 2019 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 6 februari 2019 onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen [geïntimeerden] als eisers en Achmea als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven,
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, tevens akte vermeerdering en wijziging van eis en akte tot aanvulling van de grondslagen, met een productie;
- memorie van antwoord in incidenteel appel, tevens antwoordakte vermeerdering en wijziging van eis, met producties.
Partijen hebben de zaak bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van 10 mei 2021 doen bepleiten door hun advocaten, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Door [geïntimeerden] zijn producties 1 t/m 3 overgelegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Achmea heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog de vorderingen van [geïntimeerden] zal afwijzen met veroordeling van [geïntimeerden] in de kosten van het geding in beide instanties.
[geïntimeerden] hebben in principaal appel geconcludeerd tot bekrachtiging van (naar het hof begrijpt:) het bestreden vonnis en in incidenteel appel (naar het hof begrijpt:) het bestreden vonnis zal vernietigen en Achmea zal veroordelen conform de in hoger beroep gewijzigde eis, met veroordeling van Achmea in de kosten van het geding.
Achmea heeft in incidenteel appel geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerden] met veroordeling van [geïntimeerden] in de kosten van het geding.
Partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2.De zaak in het kort

[geïntimeerden] hebben via bemiddeling van HEMA Verzekeringen een opstalverzekering afgesloten bij (een dochtermaatschappij van) Achmea. Als gevolg van een gesprongen waterleiding hebben [geïntimeerden] schade geleden die verzekerd is onder de polis. De door Achmea ingeschakelde expert heeft, ten behoeve van de schadebegroting, een offerte opgevraagd bij Hersteldirect. Hersteldirect heeft daarna het herstel conform de offerte uitgevoerd, daarbij gebruik makend van onderaannemers. Dat herstel is volgens [geïntimeerden] niet deugdelijk uitgevoerd. [geïntimeerden] hebben Achmea aangesproken om tot deugdelijk herstel over te gaan, maar Achmea stelt zich onder andere op het standpunt dat niet zij, maar [geïntimeerden] zelf de opdrachtgever zijn geweest van Hersteldirect.

3.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.16 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
3.1
[geïntimeerden] zijn eigenaar van de woning aan de [adres] (hierna: de woning). Met ingang van 1 juli 2011 hebben [geïntimeerden] als verzekeringnemers voor de woning een opstalverzekering afgesloten bij Achmea. De verzekering is door bemiddeling van de HEMA onder de naam HEMA Verzekeringen tot stand gekomen. . [geïntimeerden] zijn verzekerden onder de polis.
3.2
Op 13 augustus 2013 heeft zich een verzekerd voorval in de zin van de opstalverzekering voorgedaan. Een waterleiding in de woning is gesprongen, waardoor lekkage is opgetreden en schade is toegebracht aan (onder meer) de vloeren van de woning en de daarin aanwezige vloerverwarming.
3.3
[geïntimeerden] hebben de schade gemeld. Achmea heeft Dekra Experts B.V. (hierna: Dekra) ingeschakeld om de omvang van de lekkageschade te bepalen. Op 7 november 2013 heeft Dekra een rapport uitgebracht, gericht aan HEMA Verzekeringen. Als expert is opgetreden ing. [X] (hierna: [X] ). Het rapport bevat onder meer de volgende passages:
“(…)
Evenement
Medio augustus 2013 ontdekte verzekerde dat een houten plaat achter de cv-ketel door vocht was verkleurd. Hij is vervolgens op onderzoek uitgegaan en trof een plas water aan onder de houten plaat in de cv-kast. Hij heeft vervolgens de schade bij u gemeld waarna via Hersteldirect een loodgieter is ingeschakeld die een onderzoek heeft ingesteld naar de mogelijke oorzaak.
Oorzaak
Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de hoofdwaterleiding een lekkage vertoont. Deze hoofdleiding is onder de constructieve vloer en in de zandlaag aangebracht en loopt van af de watermeter over de lengte van het huis richting de cv-ketel. De exacte locatie en de oorzaak van het lek zijn niet bekend. Volgens verklaringen van verzekerde zijn er recent geen reparaties verricht aan het leidingwerk.
Omdat er geen kruipruimte aanwezig is en de desbetreffende leiding onder de constructieve vloer is aangebracht, dient er een zware ingreep te worden gedaan om de lekkage te verhelpen. Tijdens onze inspecties ter plaatse hebben wij de herstelmogelijkheden besproken en zijn tot de conclusie gekomen dat de vloer dient te worden open gezaagd om een bypass onder de constructieve vloer aan te brengen en de lekkende leiding af te doppen.
Het is niet toegestaan om de waterleiding in de zandcementdekvloer aan te brengen vanwege de aanwezige vloerverwarming. Koud waterleidingen moeten zo gelegd worden dat de temperatuur van het water niet boven de 25º uitkomt. Hiermee voorkomt men dat er legionellavorming ontstaat. Om de nieuwe leiding aan te brengen dienen er sleuven te worden gezaagd in de betonvloer.
Schadeomvang
Zodra men in de constructieve vloer gleuven zaagt zal de aanwezige wapening en de vloerverwarming niet onbeschadigd blijven. Om de vloerverwarming te herstellen dient de gehele zandcementdekvloer te worden verwijderd (…)Verder dient de plavuizenvloer als verloren te worden beschouwd. Alvorens men tot het slopen van de zandcementdekvloer overgaat, dient de keuken deels te worden gedemonteerd (…) In het toilet dient de vloer- en het wandtegelwerk te worden verwijderd om de leiding aan te sluiten op het sanitair. Door optrekkend vocht is schade ontstaan aan het behangwerk in de voorkamer. Dit dient deels te worden vernieuwd.
(…)
Schadevaststelling
Via Hersteldirect ontvingen wij een open begroting van de aannemer die wij waarnodig hebben gecorrigeerd. Aan de hand van de open begroting hebben wij de schade, op basis van herstelkosten, als volgt vastgesteld:
  • Opruimingskosten EURO 3.784,33
  • Herstelkosten in eigen beheer EURO 375,00
  • Herstelkosten door Hersteldirect EURO 37.387,97
  • Herstelkosten door derden EURO 1.175,00
  • Verhuis- en opstalkosten inboedel
( [Y] Calamiteiten Diensten) EURO 2.178,00
-
Kosten verblijf elders EURO 1.410,00
Totaal inclusief 6 en 21% btw EURO 46.310,80
Met bovengenoemde bedragen kon verzekerde zich mondeling verenigen. Een specificatie van de werkzaamheden van Hersteldirect berust in ons dossier en kan desgewenst aan u worden verstrekt (…)”
3.4
HerstelDirect B.V. (hierna: Hersteldirect) heeft het herstel van de schade op zich genomen. Bij de uitvoering van de door haar aangenomen werkzaamheden heeft zij Bouwbedrijf [Z] B.V. (hierna: [Z] ) als aannemer ingeschakeld. [Z] heeft vervolgens voor de aanleg van de vloerverwarming gebruik gemaakt van de diensten van Vloerverwarming Nederland B.V.
3.5
Op 5 augustus 2014 hebben [geïntimeerden] een e-mailbericht gestuurd naar de afdeling schade van HEMA Verzekeringen met de volgende inhoud:
“Naar aanleiding van ons telefoongesprek van vanmiddag (5-8) sturen wij een opsomming van de gebreken die ontstaan zijn tijdens deze “herstel”verbouwing. Het verbaasde ons zeer om te horen dat “Herstel Direct” het dossier had gesloten. Dit terwijl de heer [A] op de hoogte is van de situatie. OP 24-03-2014 is er een voorschouw uitgevoerd door de vereniging Eigen Huis bouwkundig advies b.v. Daar werden de klachten/gebreken besproken. De firma [Z] was hierbij aanwezig en tevens aanspreekpunt voor Herstel Direct.
Het betreft de volgende punten, welke vroegtijdig door ons gemeld zijn bij de aannemer de firma [Z] .
*
Er is drukverlies in de vloerverwarming (…) De vloerverwarming wordt niet warm (…)
*
Grote kieren bij de binnenkozijnen hal/bijkeuken. Sluiten niet aan omdat de vloer lager ligt en niet waterpas is. (…)
*
Houten vloer niet waterpas en niet op het oude niveau teruggebracht. Houten vloer begint te schalen en kop einden komen omhoog en er ontstaat een hol geluid onder de planken.
*
(…)
Wij willen heel graag dat deze problemen nu eens een keer worden opgelost. De situatie waar wij ons in bevinden is te gek voor woorden. En hoe langer het duurt, hoe ernstiger de situatie wordt.
Graag horen wij binnenkort (lees zo spoedig mogelijk) doe dit opgelost gaat worden.
(…)”
Een cc van het bericht is gestuurd naar Hersteldirect. De heer [A] , technisch commercieel manager van Hersteldirect, heeft de ontvangst van het bericht bevestigd en geantwoord:
“Wij zullen zo spoedig mogelijk actie ondernemen”.
3.6
HEMA Verzekeringen heeft bij e-mail van 18 augustus 2014 het volgende aan [geïntimeerden] laten weten:
“Vanmorgen hebben wij elkaar telefonisch gesproken. Daarop heb ik met Herstel Direct gebeld. De heer [A] was op dat moment in bespreking en heb ik toen niet kunnen spreken. Net heb ik per email een bericht van hen ontvangen dat de aannemer contact met u zou gaan opnemen in verband met de vloerverwarming.
(…)”
3.7
Bij e-mail van 28 oktober 2014 hebben [geïntimeerden] aan HEMA Verzekeringen foto’s en een lijstje met gebreken toegezonden. Het lijstje bevat de volgende opsomming:
“(…)
- Vloer scheef en “krom” en het geheel ligt te laag, 1,5 cm onder het oude niveau.
- Er ontstaan holle plekken onder de houten vloer. (waarschijnlijk laat de egalinelaag los)
- Toiletkozijnen zijn scheef, evenals de wanden en de vloer loopt hol.
- Het plafond zit vol haren en pluizen en scheuren.
- Er is geen extra isolatie- en of dampremmende folie aangebracht onder de zand/cementvloer.
- Er zitten kieren onder de deuren en kozijnen, dit komt omdat de vloer te laag gestort is.
- Houten vloer laat los en komt op een paar plekken omhoog. De kop z’n kanten komen omhoog en beginnen er diverse delen te schalen. Terwijl alles verlijmt is!!!
- De w.c. deur kan niet goed open omdat er een veel te dikke plint is geplaatst.
- Schotbord in de bijkeuken moet nog afgewerkt worden.
-Vloerverwarming moet nog ingeregeld worden.
- De vloer blijft koud.
- Ook moeten alle plinten nog geschilderd worden evenals de beschadigingen en de deur/kozijnen.
(…)
Wij hopen dat het spoedig opgelost wordt en dat dhr. [X] eventueel nog een keer langs kan komen.”
3.8
Op 18 november 2014 hebben [geïntimeerden] bij HEMA Verzekeringen een klacht ingediend over de afhandeling van de schade. De klachtencoördinator van HEMA, Verzekeringen mevrouw [B] (hierna: de klachtencoördinator) heeft naar aanleiding van de klacht contact gehad met [geïntimeerde sub 1] . Op 12 februari 2015 heeft zij aan [geïntimeerde sub 1] bericht:
“(…)
Zoals aangegeven snappen ik en HEMA Verzekeringen dat u uw schade zo snel mogelijk herstelt wilt hebben. Doordat er meerdere partijen betrokken zijn die met elkaar moeten overleggen, heeft het echter nog tijd nodig voordat het opgelost kan worden. (…)”
3.9
Op 2 december 2014 heeft [X] de woning bezocht en per e-mail van 4 februari 2015 aan Hersteldirect bericht dat - onder meer - (1) het hoogteverschil in de dekvloer te groot is, (2) de lijmlaag van de houten vloer niet egaal is aangebracht, (3) de kozijnlatten in het toilet scheef zijn gemonteerd, (4) de wanden scheef zijn, (5) er niet conform de offerte een nieuwe isolatielaag is aangebracht noch dampremmende folie, (6) de keukenplint nog diende te worden voorzien van een kunststof strip, (7) de plint achter de WC-deur diende te worden ingekort, (8) het plafond vol haren en
pluizen zit (oneffenheden en scheuren) en (9) de vloerverwarming onvoldoende warm
wordt.
3.1
In opdracht van [X] heeft Rekon B.V. (hierna: Reken) de werking van de vloerverwarming onderzocht. Rekon heeft op 4 maart 2015 haar rapport aan [X] toegezonden. Rekon schrijft:
“Wij hebben alles wat mogelijk is om het warm te krijgen in huis uitgeprobeerd helaas gaat er veel warmte verloren in de vloer gezien de metingen die wij verricht hebben ten opzichte van het verwarmen van de woning gaat dit veel te traag en behaald niet de gewenste temperatuur.”
3.11
Bij e-mailbericht van 8 mei 2015 heeft de klachtencoördinator laten weten dat de klacht van [geïntimeerden] gegrond is verklaard en dat HEMA aan Hersteldirect en [Z] heeft gevraagd om een inhoudelijke reactie. Voorts staat in dit e-mailbericht:
“Van HerstelDirect heb ik vernomen dat zij de schade heeft gemeld bij haar verzekeraar. Bouwbedrijf [Z] heeft nog niet gereageerd en daarom is er een reminder gestuurd (…)”
3.12
Op 6 juni 2015 hebben [geïntimeerden] per e-mail het volgende aan de klachtencoördinator bericht:
“heb gister contact gehad met de juridische afdeling van VEH [Vereniging Eigen Huis, hof]. Deze vertelden ons dat de hema onze contract partner is en niet Herstel direkt.. en dat het contact moest verlopen tussen hema en ons en niet tussen hd en ons omdat wij een contract hebben met [HEMA Verzekeringen, hof] en niet met hd.”
De klachtencoördinator heeft daarop gereageerd bij e-mail van 9 juni 2015 met de opmerking dat het kopt dat de communicatie met HEMA Verzekeringen verloopt, maar dat [geïntimeerde sub 1] voor technische vragen het beste bij Hersteldirect kon zijn.
3.13
In opdracht van Hersteldirect is een onderzoek naar het functioneren van de vloerverwarming uitgevoerd door de heer [C] van Quinta Technisch Management (hierna: Quinta). In reactie op een e-mail van [geïntimeerden] van 23 juni 2015, waarin deze melding maakten van een gesprek in het kader van het onderzoek door Quinta en verzoekt om toezending van de offerte van Hersteldirect zodat zij die kunnen vergelijken, heeft de klachtencoördinator bij e-mail van 25 juni 2015 als volgt bericht:
“Fijn dat het gesprek heeft plaatsgevonden. (…)
Het kan zijn dat de offertes niet overeenkomen. Indien er naast de firma [Z] ook andere aannemers zijn ingezet door Herstel Direct, dan staan die posten ook in de offerte van Herstel Direct. De offerte van firma [Z] is voor Herstel Direct en de offerte van Herstel Direct is voor HEMA Verzekeringen. De offertes zijn voor intern gebruik. Indien de offerte van firma [Z] niet klopt, dan zal Herstel Direct dit zien en als de offerte van Herstel Direct niet klopt dan zal HEMA Verzekeringen dit zien. Uiteraard worden alle offertes gecontroleerd.
Op dit moment is het wachten op het rapport van de expert (...)”
3.14
Op 8 juli 2015 heeft [C] zijn rapport uitgebracht. Daarin staan onder meer de volgende passages:
“(…)
Onderzoek
- Omdat de klachten van de consument bleven en er diverse rapporten lagen van o.a. Dekra, vloerverwarming verstopt, fa. Rekon, en de betrokken partijen aannemersbedrijf [Z] uit [plaats] , [D] en [D] installatiebedrijf uit [plaats] , [E] vloeren uit [plaats] , welke elkaar tegenspreken heeft HerstelDirect alle direct betroken partijen benaderd met het verzoek om een onafhankelijk derden onderzoek te laten plaatsvinden.
- De direct betrokken partijen, te weten Aannemersbedrijf [Z] , Installatiebedrijf [D] en [D] alsmede de consument de familie [geïntimeerden] hebben hiermee ingestemd en zich akkoord verklaard met dit onderzoek.
- Het onderzoek is gericht op het functioneren van de installatie of deze nu wel of niet voldoet en welke aanpassingen eventueel gedaan kunnen worden om de installatie te laten voldoen.
- (...)
Alle partijen zijn voldoende in staat gesteld om hun zienswijze te geven en voor het stellen van vragen.
Besproken is het verloop van het onderzoek, de onderliggende rapporten tekeningen, berekeningen en uitvoering van de gedane werkzaamheden.
- Omdat nergens goed naar voren komt wat er nu aan vermogen (flow) nodig was en er ook ingaat, is er ter plekke afgesproken dat ik dit zou nameten, waarmee er onomstotelijk vast komt te staan wat het maximale vermogen is wat er in de vloerverwarming gaat en of dit kan voldoen.
Tevens zou er gekeken worden naar de samenstelling van de vloer, de groepen met de verdeling daarvan, de ligging en afstanden etc. en naar de uitgangspunten (…) waarop de vloerverwarming is aangebracht. (…)
Geconstateerd wordt
- Dat [Z] bouwbedrijf namens HerstelDirect de hoofdaannemer is;
(…)
Dat er door de vereniging eigen huis een voorschouw “géén oplevering” heeft plaatsgevonden, die niet werd ondertekend door dhr. [F] [van [Z] , hof] omdat dit niet geaccepteerd zou worden door HerstelDirect, er is dus niet opgeleverd;
(…)
Beoordeling:
- Omdat vooraf geen afdoende voorbereidingen, opnames, berekeningen etc. zijn uitgevoerd moet men nu concluderen dat het maximale vermogen wat in de vloer is gegaan een tekort heeft van 29% ± 2400 watt uitgaande van de gemaakte Transmissie waar mogelijk nog wat correctie op komt als deze aan de hand van de bouwtekeningen aangepast wordt.
- De slangen voor de vloerverwarming liggen niet op h.o.h. 10 cm of 15 cm, maar op veel plaatsen ruim boven de 20 cm (als men naar het warmtebeeld op de foto’s kijkt en naar de stoelpoten kijkt welke zo’n 30 cm uit elkaar staan ziet men dat het vaak meer dan 25 cm h.o.h. ligt.
- (…)Vlak langs de gevels vooral waar de koude val is moet men de slagen op enkele cm hoh leggen, om de koude val op te kunnen vangen. Dat is hier zeker niet het geval.
- De isolatie is volgens de aangeleverde foto’s bij de werkzaamheden nogal beschadigd geraakt, hierover is een folie gelegd waarover de slagen zijn aangebracht. Door deze beschadigingen zou er warmte kunnen gaan waar men dat niet wil en niet wenst.
- De zand cementvloer van 11 cm boven op de slangen is een in mijn beleving verkeerde keuze omdat deze nogal zuurstofhoudend is en daarom sterk isolerend kan werken en de warmte kanten uitdrijft die men niet wil.
Dit had een gegoten betonnen mortel moeten zijn dat is veel compacter en beter geschikt voor een vloerverwarming zeker als die zo diep ligt, wat op zich ideaal is voor de warmteverdeling.
- In de vloer was niet voorzien in dilatatievoegen (…)
Aanbevelingen:
- Bij het vervangen aanpassen van de vloerverwarming, eerst serieuze berekeningen (warmteverlies en flow berek) maken, tekeningen met een legplan van de slangen maken met daarop de h.o.h. afstanden waar en in welke velden. Deze indien gewenst ter goedkeuring aanbieden.
- Oppassen dat daar waar een grote hoeveelheid slangen door een deuropening gaan, dat dit vloerdeel daar niet te heet wordt en er voorzorgen worden genomen.
- Aan de hand van de berekeningen een exacte flow en watertemperatuur bepalen en deze als zodanig inregelen.
- Goed aandacht geven aan de isolatie onder de slangen, de randisolatie langs alle muren ook de binnenmuren om de vloerverwerking op te kunnen vangen en aan de vloeropbouw met afwerking.”
3.15
Op 30 juli 2015 heeft de klachtencoördinator aan [geïntimeerde sub 1] laten weten dat HEMA Verzekeringen zijn mening deelt dat ‘het lang genoeg heeft geduurd’ maar
“HEMA Verzekeringen moet de aannemers de gelegenheid geven om met een oplossing te komen. Dit is namelijk hoe arbitrage werkt en ook juridisch zo werkt”.
3.16
Bij e-mail van 24 september 2015 hebben [geïntimeerden] het volgende bericht aan [G] van InShared, gevolmachtigde van Achmea:
“Zoals afgesproken op 8 september jl., week 37, zou de firma [Z] met een nieuw plan van aanpak komen. Dit nieuwe voorstel zou binnen een week op tafel liggen. Nu blijkt toch van niet. (…)
De HEMA Verzekeringen is ons kontaktpunt en het is voor ons volstrekt onbegrijpelijk waarom er niet wordt ingegrepen. De klus is totaal mislukt en u kunt eisen dat dit gewoon opgelost gaat worden.
Wij voelen ons letterlijk en figuurlijk in de kou gezet (…)
Wij willen ons huis terug!!
Voor ons is het duidelijk nu.
(…)”
3.17
Op 9 oktober 2015 heeft de klachtencoördinator [geïntimeerden] geïnformeerd over het feit dat de advocaat van Hersteldirect de firma [Z] in gebreke heeft gesteld.
3.18
[H] Ingenieurs (hierna: [H] ) heeft een “
second opinion” uitgebracht om na te gaan of er in de woning een deugdelijke vloerverwarming is gerealiseerd. Blijkens haar rapport van 27 november 2015 heeft [H] daarbij de eerdere rapportages en onderzoeken niet meegenomen. [H] concludeert op basis van de door haar uitgevoerde metingen en berekeningen:
“Op basis van het verrichte onderzoek kunnen we concluderen dat de vloerverwarming op een correcte manier is aangebracht. De vloerverwarming is goed verdeelt over de vloer en geeft op een gelijkmatige wijze zijn warmte af.
Op basis van de gemaakte berekeningen kunnen we concluderen dat het af te gegeven
vermogen in staat moet zijn om de warmteverliezen te dekken. Beide conclusies spitsen zich toe op de verrichte werkzaamheden van de aanleg vloerverwarming. Omdat de centrale verwarmingsinstallatie en warmteopwekking geen deel uitmaken van dit onderzoek kunnen we geen garantie geven dat het af te geven vermogen in de praktijk gehaald wordt. Ook thermisch discomfort door plaatselijk koudeval van bijvoorbeeld; raamroosters, glaspartijen, koudebruggen, etc. maken geen deel uit van dit onderzoek. Daarom kunnen we stellen dat de vloerverwarming op een goede
en deugdelijke wijze is vervangen maar dat dit geen garantie is voor een comfortabele
wijze van verwarmen van de woning.”
3.19
Hersteldirect heeft [Z] gedagvaard en een verklaring voor recht gevorderd, inhoudende dat [Z] toerekenbaar tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst en aldus het Werk (de vervanging/aanleg van de vloerverwarming op de benedenverdieping van de woning) ondeugdelijk heeft uitgevoerd en dat [Z] in verzuim is ter zake van de uitvoering van de aannemingsovereenkomst.
Hersteldirect merkt in de aan [Z] uitgebrachte dagvaarding op dat zij, Hersteldirect, in opdracht van o.a. verzekeraars herstelwerkzaamheden verzorgt en dat zij [Z] opdracht heeft gegeven om werkzaamheden uit te voeren bij [geïntimeerden]

4.Beoordeling

Eerste aanleg
4.1
In eerste aanleg hebben [geïntimeerden] gevorderd dat Achmea zal worden veroordeeld om (kort gezegd) zorg te dragen voor deugdelijk herstel van alle in de dagvaarding omschreven gebreken, op straffe van een dwangsom. Tevens hebben zij veroordeling tot betaling van € 25.000 gevorderd als compensatie voor hinder en beperking van het woongenot sinds augustus 2013 en € 5.000 voor toekomstige hinder en beperking van het woongenot, met veroordeling van Achmea in de proceskosten.
Bij het bestreden vonnis heeft de rechtbank Achmea veroordeeld zorg te dragen voor deugdelijk herstel op straffe van een dwangsom. De vorderingen tot betaling van respectievelijk € 25.000 en € 5.000 zijn afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing. Achmea is in de proceskosten veroordeeld.
4.2
Achmea komt met haar vijf grieven op tegen de veroordelingen en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen.
Vorderingen in hoger beroep
4.3
[geïntimeerden] hebben - in incidenteel appel - hun vordering gewijzigd en primair gevorderd dat Achmea zal worden veroordeeld tot betaling van het bedrag dat nodig is om de ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden te herstellen. Volgens een offerte van [I] B.V. (hierna: [I] ) van 16 maart 2020 bedragen de kosten van dat herstel € 59.265, te vermeerderen met de kosten die volgens het Dekra rapport van 7 november 2013 (zie 3.3) zijn verbonden aan de opslag van de inboedel van € 2.178 en de kosten van vervangende huisvesting voor een periode van vier weken van € 1.410,50 (totaal € 62.853,50), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 13 augustus 2013.
Subsidiair vorderen zij Achmea te veroordelen om zorg te dragen voor deugdelijk herstel op straffe van een dwangsom, zoals door de rechtbank in het dictum van het bestreden vonnis opgenomen. Verder vorderen zij een bedrag van € 5.000 als compensatie voor ondervonden hinder en gederfd woongenot sinds augustus 2013. Een en ander met veroordeling van Achmea in de proceskosten.
4.4
[geïntimeerden] leggen aan hun vordering ten grondslag dat Achmea ter uitvoering van haar verplichtingen uit de opstalverzekering, in plaats van uitkering van het schadebedrag aan [geïntimeerden] , opdracht heeft gegeven aan Hersteldirect om de geoffreerde herstelwerkzaamheden uit te (doen) voeren, althans heeft Achmea die opdracht gegeven in het kader van zaakwaarneming ten behoeve van [geïntimeerden] Nu tussen partijen vaststaat dat de werkzaamheden ondeugdelijk zijn verricht, is het aan Achmea als opdrachtgever om er voor te zorgen dat dit herstel alsnog deugdelijk wordt uitgevoerd. In hoger beroep hebben zij hun eis in die zin gewijzigd dat primair het bedrag wordt gevorderd dat nodig is om zelf zorg te dragen voor deugdelijk herstel van de gebreken. Zij verwijzen daartoe naar de offerte van [I] . Tevens vorderen zij vergoeding van opslag en vervangende woonruimte, waarbij zij de bedragen hanteren die daarvoor door Dekra in 2013 zijn vastgesteld.
4.5
[geïntimeerden] heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling bevestigd dat het incidenteel hoger beroep louter is ingesteld in verband met de eisvermeerdering en dat er overigens geen grieven zijn gericht tegen het vonnis. Het hof stelt vast dat dus niet is gegriefd tegen de afwijzing van de gevorderde bedragen van € 25.000 en
€ 5.000. Partijen zijn daar dan aan gebonden, zodat tussen hen vast staat dat deze vorderingen van [geïntimeerden] niet toewijsbaar zijn. De vordering tot betaling van € 5.000, zoals in het gewijzigde petitum is vermeld, kan om die reden niet worden toegewezen.
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
4.6
Partijen twisten over de vraag of Achmea, in het kader van de afhandeling van de gemelde schade, opdracht heeft gegeven aan Hersteldirect om de als gevolg van de lekkage ontstane schade, zoals die door Dekra is vastgesteld, te doen herstellen. [geïntimeerden] stellen dat dit het geval is geweest, althans dat Achmea de opdracht heeft gegeven in het kader van zaakwaarneming.
4.7
Achmea betwist dat zij opdracht heeft gegeven aan Hersteldirect. Zij wijst erop dat de gesloten verzekering een zuivere schadeverzekering is en slechts aanspraak geeft op betaling van een bedrag ter vergoeding van de geleden schade. Enkel ter vaststelling van de omvang van de schade is een offerte van Hersteldirect aangevraagd. Achmea betwist dat zij feitelijk is opgetreden als natura-verzekeraar; zij heeft het niet op zich genomen om de schade te doen herstellen. De bemoeienis van de klachtencoördinator met het herstelproces is niet meer dan een poging tot bemiddeling geweest. Van zaakwaarneming is volgens Achmea ook geen sprake geweest.
4.8
Het hof overweegt als volgt. De opstalverzekering is een schadeverzekering, die in geval van een gedekt evenement aanspraak geeft op betaling van een bedrag ter grootte van de ontstane schade. Dat daarover bij het afsluiten van de polis andere afspraken zijn gemaakt, is niet gebleken. Dat laat evenwel onverlet dat, indien zich een schadevoorval voordoet, partijen alsnog afwijkende afspraken kunnen maken en daarbij ook overeen kunnen komen dat de schade op andere wijze wordt afgewikkeld. In dit geval is niet gebleken dat tussen [geïntimeerden] en Achmea expliciet is afgesproken dat Achmea, in plaats van een bedrag uit te keren, de schade voor [geïntimeerden] zou laten herstellen. Wel volgt uit de vaststaande feiten dat Achmea in dit geval aan Hersteldirect de opdracht heeft gegeven tot het herstel van de door [geïntimeerden] geleden schade, conform de van Hersteldirect in het kader van de schadevaststelling ontvangen offerte, althans dat [geïntimeerden] dat uit de gedragingen van Achmea redelijkerwijs heeft mogen afleiden. Daartoe neemt het hof de volgende omstandigheden in overweging.
4.9
Achmea heeft Dekra ingeschakeld. Dekra heeft namens Achmea (in het kader van de schadebegroting) een offerte aangevraagd bij Hersteldirect. Het op grond van die offerte vastgestelde schadebedrag is door Dekra aan [geïntimeerden] voorgelegd ter instemming. [geïntimeerden] hebben onbetwist gesteld dat zij geen contact met Hersteldirect hebben gehad. Vervolgens heeft [Z] zich gemeld bij [geïntimeerden] met een schema op grond waarvan de werkzaamheden zouden worden uitgevoerd. Niet in geschil is dat [Z] door Hersteldirect is ingeschakeld. Uit het feit dat [geïntimeerden] hebben toegestaan dat de werkzaamheden in hun huis werden uitgevoerd, kan niet zonder meer worden afgeleid dat zij daartoe dan ook opdracht aan Hersteldirect hebben gegeven. [geïntimeerden] verkeerden, naar zij onbetwist hebben gesteld, nu juist in de veronderstelling dat Achmea aan Hersteldirect opdracht had gegeven de schade te doen herstellen. Zij hebben daaraan willen meewerken.
De facturen van Hersteldirect zijn gericht aan Achmea. Dit is een aanwijzing dat Herteldirect niet [geïntimeerden] maar Achmea als haar opdrachtgeefster zag, hetgeen strookt met de inhoud van de dagvaarding die aan [Z] is verzonden, hierboven genoemd onder 3.18. Ook heeft Achmea de aan haar gerichte facturen zonder nader overleg met Hersteldirect of met [geïntimeerden] voldaan. [geïntimeerden] hebben die facturen nooit gezien en [geïntimeerden] is zelfs inzage van de aan deze facturen ten grondslag liggende offerte van Hersteldirect geweigerd. Nadat [geïntimeerden] zich tot Achmea had gewend met klachten over de herstelwerkzaamheden heeft Achmea de communicatie met Hersteldirect en de onderaannemers op zich genomen. Zij nam de regie en bepaalde wat er moest gebeuren en in welk tempo, getuige de hierboven geciteerde berichten van 8 mei, 9 juni en 30 juli 2015. Zij heeft daarbij niet aan [geïntimeerden] medegedeeld dat zij dit uitsluitend deed in een poging tot bemiddeling. Integendeel, de klacht van [geïntimeerden] over de ‘schadeafhandeling’ is door Achmea gegrond verklaard.
4.1
Uit het voorgaande volgt dat Achmea Hersteldirect om een offerte heeft gevraagd, Hersteldirect vervolgens de geoffreerde werkzaamheden heeft doen uitvoeren, Achmea de facturen van Hersteldirect heeft voldaan, Achmea, met voorbijgaan van [geïntimeerden] , Hersteldirect heeft aangesproken ter zake van de gebreken in de verrichte werkzaamheden en dat kennelijk ook Hersteldirect meent dat Achmea haar opdrachtgever is geweest. Bij die stand van zaken moet het er voor gehouden worden dat Achmea feitelijk de opdrachtgever van Hersteldirect is geweest voor de uitgevoerde herstelwerkzaamheden en mochten [geïntimeerden] de verklaringen en gedragingen van Achmea in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs zo opvatten dat Achmea daarmee beoogde uitvoering te geven aan haar verplichtingen op grond van de verzekeringsovereenkomst. Dat brengt mee dat Achmea jegens [geïntimeerden] verantwoordelijk is voor de deugdelijke uitvoering van die werkzaamheden.
Grief 2faalt daarmee.
4.11
[geïntimeerden] stellen dat de herstelwerkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd. In eerste aanleg strekte hun vordering nog tot het herstel van deze werkzaamheden, maar in hoger beroep vorderen zij betaling van de kosten van dit herstel, zoals begroot in de offerte van [I] . Deze offerte is onder meer gebaseerd op het rapport van Quinta. Met
grief 3betwist Achmea de door [geïntimeerden] gestelde gebreken en het causaal verband met de lekkage en/of de naar aanleiding van de lekkage verrichte werkzaamheden. Achmea voegt daaraan toe dat het rapport Quinta geen basis kan zijn voor de bepaling van de omvang van de resterende schade omdat die daaruit niet blijkt. Zij beroept zich op het rapport van [H] waaruit volgt dat de reparatie deugdelijk is verricht. Ook bevat de offerte van [I] werkzaamheden die volgens Achmea geen verband houden met de vermeende gebreken aan de vloer.
4.12
Dit verweer faalt om de volgende redenen. Tussen partijen staat vast dat Hersteldirect zelf erkent dat de werkzaamheden niet goed zijn uitgevoerd. [X] heeft na zijn bezoek aan de woning op 2 december 2014 bevestigd dat er diverse gebreken waren, waaronder dat de vloerverwarming onvoldoende warm werd. Ook uit het door Rekon in maart 2015 uitgebrachte rapport blijkt dat de vloerverwarming niet naar behoren functioneerde. Deze ondeugdelijkheid is nader vastgesteld in het rapport van Quinta. Daarin is immers geconstateerd dat de (in opdracht van Hersteldirect) aangelegde vloerverwarming onvoldoende capaciteit heeft om als hoofdverwarming te dienen. Ook is in dat rapport opgenomen welke stappen er moeten worden genomen om tot een deugdelijke vloerverwarming te komen. Dat rapport is uitgebracht in opdracht van de meest betrokken partijen, waaronder Hersteldirect en [geïntimeerden] Niet gesteld of gebleken is dat het gelet op de wijze van totstandkoming niet aan de daaraan te stellen eisen zou voldoen. De conclusie is ook op begrijpelijke wijze in het rapport geformuleerd.
4.13
Achmea bestrijdt deze conclusie met een beroep op het rapport van [H] . In dat rapport is op basis van een gemaakte berekening geconcludeerd dat het door de vloerverwarming af te geven vermogen in staat moet zijn om de warmteverliezen te dekken. In dit rapport staat echter ook dat dit geen garantie is voor een comfortabele manier van verwarmen van de woning. Achmea heeft in dat licht betwist dat de oude vloerverwarming wel zelfstandig in staat was de woning op comfortabele wijze te verwarmen. Volgens Achmea kan niet worden aangenomen dat [geïntimeerden] met de huidige vloerverwarming slechter af zijn dan zij waren voordat de herstelwerkzaamheden werden uitgevoerd. Deze stelling wordt gepasseerd. Uit het rapport van [H] volgt in de kern niet meer dan dat de nieuwe vloerverwarming in staat moet zijn om voldoende vermogen af te geven om het warmteverlies te dekken. Daarmee is, zoals ook [H] uitdrukkelijk onderkent, niet gegeven dat met de nieuwe vloerverwarming de woning comfortabel verwarmd kan worden. Uit de rapporten van Quinta en Rekon en uit de constatering van [X] volgt zonder meer dat dit laatste niet het geval is. Dit wordt ook door Hersteldirect onderschreven. Bij die stand van zaken neemt het hof als onvoldoende gemotiveerd betwist aan dat de aan de vloerverwarming uitgevoerde werkzaamheden gebrekkig zijn geweest; immers een nieuw aangelegde vloerverwarming waarmee de woning niet comfortabel verwarmd kan worden voldoet niet aan de daaraan redelijkerwijs te stellen eisen. De in opdracht van Achmea verrichte herstelwerkzaamheden schieten daarmee tekort en Achmea is daar als opdrachtgever voor verantwoordelijk en jegens [geïntimeerden] gehouden tot herstel van die tekortkomingen. Daarbij zal het hof bij gebreke van een voldoende gemotiveerde betwisting er van uitgaan dat de vervanging van de vloerverwarming met inachtneming van de bevindingen van Quinta noodzakelijk is ter herstel van de ondeugdelijk verrichte werkzaamheden.
4.14
De overige gebreken en het causale verband daarvan met de werkzaamheden zijn door Achmea niet, althans onvoldoende weersproken. [geïntimeerden] hebben bij herhaling aan Achmea opgegeven welke gebreken nog hersteld moesten worden. Deze gebreken zijn nimmer in geschil geweest. [X] , die door Achmea is ingeschakeld, heeft na zijn bezoek op 2 december 2014 naast de gebreken aan de vloerverwarming geconstateerd dat het hoogteverschil in de dekvloer te groot is, de lijmlaag niet egaal is aangebracht, de kozijnlatten in het toilet scheef gemonteerd zijn, de wanden scheef zijn en niet conform de offerte een nieuwe isolatielaag of en dampremmende folie is aangebracht. Verder moest de keukenplint worden voorzien van een kunststof strip en moest de w.c.-deur worden ingekort.
4.15
De offerte van [I] sluit aan bij de hierboven genoemde gebreken. Weliswaar heeft Achmea ten aanzien van een aantal werkzaamheden betwist dat deze verband houden met het ondeugdelijk repareren van de vloer, maar die betwisting is, mede in het licht van de overige geconstateerde gebreken, onvoldoende specifiek en daarmee onvoldoende onderbouwd.
4.16
Volgens Achmea kan zij niet worden veroordeeld tot vergoeding van het bedrag van deze offerte, aangezien zij eerst in de gelegenheid gesteld zou moeten worden tot het herstel of doen verrichten van de herstelwerkzaamheden.
Achmea kan daarin niet worden gevolgd. [geïntimeerden] hebben van meet af aan aangedrongen op het doen herstellen van de gebreken, maar Achmea heeft zich tot op heden op het standpunt gesteld daartoe niet te zijn gehouden. Ondanks het feit dat Achmea daartoe is veroordeeld in eerste aanleg, heeft zij tot nu toe het herstel niet bewerkstelligd. [geïntimeerden] hebben hieruit mogen afleiden dat Achmea haar verplichting de herstelwerkzaamheden te doen uitvoeren niet zou nakomen. De gewijzigde primaire vordering van 19 september 2018 moet dan ook worden beschouwd als omzettingsverklaring als bedoeld in artikel 6:87 BW.
Nu de hoogte van het offertebedrag overigens niet is betwist, ligt de vordering tot vergoeding van dat bedrag voor toewijzing gereed.
4.17
Hetzelfde geldt voor de vorderingen ter zake van de opslagkosten en vervangende woonruimte. Dat [geïntimeerden] deze kosten moeten maken tijdens de herstelwerkzaamheden is niet betwist en de hoogte daarvan is in 2013 door Dekra vastgesteld op de gevorderde bedragen.
4.18
Toewijzing van de gewijzigde primaire vordering brengt mee dat grieven 1 en 4, die zien op de vordering in eerste aanleg en de opgelegde dwangsom, geen bespreking meer behoeven.
4.19
Achmea heeft geen feiten te bewijzen aangeboden, die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, zodat haar bewijsaanbod wordt gepasseerd.
Conclusie
4.2
De slotsom is dat de principale grieven falen en dat in incidenteel appel de primaire vordering wordt toegewezen in die zin dat Achmea zal worden veroordeeld tot betaling van € 62.853,50. Omdat het hof tot een andere beslissing komt zal het vonnis in eerste aanleg worden vernietigd.
4.21
Omdat dit bedrag voor het eerst in hoger beroep is gevorderd bij de memorie van 19 september 2018 zal met ingang van die datum de wettelijke rente worden toegewezen. Van een eerdere verzuimdatum ten aanzien van de betaling van deze geldsom is niet gebleken. Mede in het licht van deze beslissing over de rente hebben [geïntimeerden] onvoldoende gesteld welk belang zij hebben bij een betaaltermijn van 2 dagen na dit arrest, zodat dit deel van de vordering wordt afgewezen. Zoals hierboven al is overwogen komt het bedrag van € 5.000 niet voor toewijzing in aanmerking omdat tegen de afwijzing daarvan geen grieven zijn gericht.
4.22
Achmea zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in beide instanties. Gelet op de samenhang tussen het principaal en incidenteel hoger beroep zal de proceskostenveroordeling in incidenteel hoger beroep op een halve punt worden vastgesteld.

4.Beslissing

Het hof:
rechtdoende in principaal en incidenteel appel:
vernietigt het vonnis waarvan beroep,
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Achmea tot betaling aan [geïntimeerden] van € 62.853,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 19 september 2018 tot aan de dag van volledige voldoening;
veroordeelt Achmea in de kosten van het geding in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van [geïntimeerden] begroot op € 78 aan verschotten en € 2.148 aan salaris en in principaal en incidenteel hoger beroep tot op heden op € 324 aan verschotten en € 7.108,50 (3,5 x € 2.031) voor salaris,
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.F. Aalders, J.W. Hoekzema en A.W.H. Vink en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2021.