ECLI:NL:GHAMS:2021:2139
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van ISD-maatregel met tussentijdse beoordeling door het gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 17 november 2020. De verdachte, geboren in 1986 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin een ISD-maatregel was opgelegd. Tijdens de zitting op 2 april 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman gehoord. Het hof heeft besloten het vonnis van de rechtbank te bevestigen, maar met de toevoeging dat er een tussentijdse beoordeling van de maatregel zal plaatsvinden. Deze beoordeling moet uiterlijk twaalf maanden na de aanvang van de tenuitvoerlegging van de maatregel plaatsvinden. Het openbaar ministerie is verplicht om de rechtbank uiterlijk drie maanden voor deze beoordeling te informeren over de noodzaak van voortzetting van de maatregel. Het hof heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van het vonnis van de rechtbank en heeft de beslissing om de maatregel voort te zetten bevestigd. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij mr. M.R. Cox niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.