ECLI:NL:GHAMS:2021:2038
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal van poststukken en pakketten op basis van onbetrouwbare herkenningen door politieambtenaren
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van diefstal van poststukken en/of pakketten, gepleegd op 20 april 2018 te Amsterdam. De betrokkenheid van de verdachte was gebaseerd op herkenningen door twee politieambtenaren, die de verdachte meenden te herkennen op beelden van de diefstal. De raadsvrouw van de verdachte stelde dat deze herkenningen onbetrouwbaar waren en dat de verdachte vrijgesproken moest worden. De advocaat-generaal daarentegen vond de herkenningen voldoende betrouwbaar voor bewijs.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de herkenningen niet als dragend bewijs konden dienen. De herkenning door de eerste verbalisant was gebaseerd op een afbeelding die slechts de zijkant van het gezicht toonde en bovendien van slechte kwaliteit was. De tweede herkenning was gedaan op basis van bewegende beelden, maar het hof vond niet duidelijk hoe goed de verbalisant de verdachte kende. Hierdoor ontbrak het aan voldoende bewijs om de verdachte te veroordelen.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Daarnaast heeft het hof het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf, omdat deze te laat was ingediend. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig.