ECLI:NL:GHAMS:2021:2011
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de weigering van beslagverlof in een civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een verzoek tot het leggen van conservatoir verhaalsbeslag. De man, verzoeker in hoger beroep, had op 19 maart 2021 een beroepschrift ingediend tegen een beschikking van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, die op 4 maart 2021 had besloten om het verzoek tot beslag te weigeren. De man stelde dat hij een vordering had op de vrouw, de verweerster, en dat hij beslag wilde leggen op roerende zaken, waaronder een auto. De voorzieningenrechter had echter geoordeeld dat de man niet voldoende had aangetoond dat hij eigenaar was van de zaken en dat er geen bewijs was van een vordering. Het hof bevestigde deze beslissing, oordelend dat de man niet had voldaan aan de stelplicht om summierlijk de deugdelijkheid van zijn vordering aan te tonen. Het hof benadrukte dat er geen gegronde vrees voor verduistering was aangetoond, wat ook een vereiste is voor het verlenen van beslagverlof. De man werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het hof.