ECLI:NL:GHAMS:2021:1996
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in omgangsregeling tussen verwekker en minderjarige onder begeleiding van GI
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de man, de verwekker van de minderjarige, om een voorlopige omgangsregeling. De man had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Noord-Holland, waar zijn verzoek om een omgangsregeling werd afgewezen. De man is op 23 maart 2021 in hoger beroep gekomen van deze beschikking. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 mei 2021 waren zowel de man als de vrouw aanwezig, evenals de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming. De man heeft een affectieve relatie gehad met de vrouw, die de moeder is van de minderjarige, die sinds december 2020 in een pleeggezin verblijft. De rechtbank had eerder de man niet in staat geacht om een omgangsregeling vast te stellen, maar het hof oordeelt dat de man recht heeft op contact met de minderjarige, onder de regie en begeleiding van de GI. Het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en stelt vast dat de man recht heeft op contact met de minderjarige, maar onder voorwaarden en met de nodige waarborgen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, maar het hof wijst het in hoger beroep meer of anders verzochte af.