Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
,wonende te [woonplaats] , verder te noemen: de vader, advocaat: mr. N.A. Boelhouwer te Tilburg;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van de minderjarige [kind A]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft op 29 december 2020 beroep aangetekend tegen de beschikking van de kinderrechter van 1 oktober 2020, waarin [kind A] onder toezicht is gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam. De vader heeft als belanghebbende een verweerschrift ingediend en de Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen.
De moeder verblijft op een geheim adres en heeft zorgen geuit over de opvoedsituatie en de omgang met de vader. Het hof heeft vastgesteld dat er ernstige ontwikkelingsbedreigingen zijn voor [kind A], die voortkomen uit de opvoedsituatie bij de moeder en het ontbreken van contact met de vader. De moeder heeft onvoldoende hulpverlening geaccepteerd en er zijn zorgen over de emotionele ontwikkeling van [kind A]. De vader heeft [kind A] bijna drie jaar niet gezien, wat de situatie verder compliceert.
Het hof heeft overwogen dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van [kind A] te waarborgen. De moeder heeft tot op heden niet voldoende stappen gezet om de situatie te verbeteren, en de hulpverlening is onvoldoende geaccepteerd. De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarbij de noodzaak van de ondertoezichtstelling wordt bevestigd.