Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[belanghebbende sub 1],
2 [belanghebbende sub 2] ,
3 [belanghebbende sub 3] ,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep na verwijzing
2.De motivering van de beslissing
3.2 In gevallen waarin geen sprake is van een uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende voor de als bewindvoerder te benoemen persoon, en de rechthebbende niet is gehuwd, een geregistreerd partnerschap is aangegaan of anderszins een levensgezel heeft, wordt door de rechter ingevolge artikel 1:435 lid 4 BW bij voorkeur een van de ouders, kinderen, broers of zusters van de rechthebbende tot bewindvoerder benoemd. Indien de rechter aanleiding ziet om af te wijken van deze in de wet geregelde voorkeur, dient hij die beslissing op dit punt te motiveren (…).
Voor mijn eigen boodschappen gebruik ik alleen contante geld! Dat doe ik ook voor [belanghebbende sub 1] . Haar boodschappen is een onderdeel van mijn eigen boodschappen. Zo zal het blijven.” Deze boodschap herhaalt de broer in zijn e-mails aan de bewindvoerder van 14 en 17 januari 2020. Ook de advocaat van verzoeker heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat de broer, als hij boodschappen doet, deze voor zichzelf en rechthebbende doet en dat de broer de door de bewindvoerder gevraagde afzonderlijke rekening te bewerkelijk vindt.