Uitspraak
mr. R.C. de Molen
mr. O.J.N.L Vranken, beiden kantoorhoudende te Den Haag,
mr. W.K. Bischoten
mr. C.J.M. Vernooij, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[A] ,
2.[B] ,
3.[C] ,
4.[D] ,
5.[E]
6.[F] ,
7.[G] ,
mr. W.K. Bischoten
mr. C.J.M. Vernooij, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
levend document” beschouwt omdat zij de aanpak steeds met medewerkers en medezeggenschap zal bespreken en waar nodig met aanpassingen zal komen. Tevens is aandacht gevraagd voor de verhuizing van Vondelstede en is toezending van de onder 2.12 genoemde documenten aangekondigd.
3.De gronden van de beslissing
“bijvoorbeeld het instemmingsrecht van de CRV op het nieuwe sociaal plan opeisen”een oplossing niet echt dichterbij brengt. Naar de Ondernemingskamer begrijpt neemt de CRV hierover inmiddels, na de mondelinge behandeling, een ander standpunt in; daarmee wenst hij (kennelijk ter onderbouwing van het aanvullende verzoek om een onmiddellijke voorziening) een nieuw feit ten grondslag te leggen aan zijn standpunt dat Amsta de medezeggenschap niet serieus neemt.