Een medewerker van het notariskantoor mevrouw [medewerker] (hierna te noemen: [medewerker] ) heeft het dossier van klager behandeld. Zij heeft daarover het volgende verklaard:
“
Op 17 december 2019 heeft de heer [X] een dienst afgenomen en EUR 345,00 betaald aan [naam platform] . Hij heeft gekozen voor een standaard oprichting van een B.V., waarbij hij enig aandeelhouder en bestuurder zal worden. Bij een standaard dienstverlening wordt er altijd vanuit gegaan dat cliënt de Nederlandse taal machtig is aangezien zij dit bij het invullen van hun gegevens hebben verklaard. Hij heeft gekozen voor een oprichting bij volmacht via [Z] .
De heer [X] kiest ervoor om de voor de oprichting benodigde documenten niet bij [Z] maar bij een ander notariskantoor te laten legaliseren. Dit heeft hij gedaan op 24 januari jl. waarna het betreffende notariskantoor de originele getekende en gelegaliseerde documenten naar ons per post heeft verstuurd. Deze stukken hebben wij op 28 januari jl. in ontvangst genomen. Nadat wij voornoemde originele stukken hadden ontvangen hebben wij de finale conceptakte van oprichting opgemaakt en op dezelfde dag digitaal ter beschikking gesteld aan de heer [X] via het dashboard van [naam platform] .
De heer [X] neemt op 17 januari jl. contact op met [naam platform] voor een aanpassing in de doelomschrijving. Naar aanleiding hiervan neem ik contact op met de heer [X] om één en ander nader met hem te bespreken.
De heer [X] geeft tijdens dit telefoongesprek aan dat er een tweede Peruaanse aandeelhouder bij komt. Ik heb hem vervolgens verteld dat de dienst dan omgezet moet worden naar een Engelse dienst, aangezien de tweede aandeelhouder geen Nederlands maar wel Engels spreekt. Dit wil zeggen dat de onderliggende stukken ook in het Engels beschikbaar zijn. Vanwege de omzetting naar de Engelse dienst worden standaard extra kosten in rekening gebracht door [naam platform] . Dit wordt ook met de betreffende klant besproken (en vermeld op de website). Ook met de heer [X] is dit besproken. Uit een notitie van 24 maart jl. blijkt dat [naam platform] bevestigd heeft aan de heer [X] wat de extra kosten zijn. De afspraak die gemaakt is dat ik mijn werkzaamheden weer voort zou zetten zodra de heer [X] de extra kosten betaald heeft (zoals te doen gebruikelijk binnen het “ [naam platform] -concept”).
Uit een notitie van [naam platform] van 25 maart jl. volgt dat de heer [X] de factuur zo snel mogelijk aan [naam platform] zal betalen. Op dezelfde dag bevestigt de heer [X] dat de factuur zo spoedig mogelijk zal worden voldaan. Op 2 april jl. heb ik aan een medewerker van [naam platform] ( [medewerker] ) de vraag gesteld wat de status is van dit dossier. Zij geeft aan de heer [X] de factuur voor de extra kosten heeft ontvangen, maar zich terugtrekt omdat hij nu in eens heeft besloten om de extra kosten niet te betalen. Daarna heb ik zelf telefonisch contact opgenomen met de heer [X] . Hij gaf aan dat hij het vertrouwen in [naam platform] te hebben verloren en wilde graag dat de oprichting rechtstreeks via ons kantoor zou lopen. Daarop heb ik hem geantwoord dat hij al betaald had aan [naam platform] voor de standaardoprichting en hem dus afgeraden de opdracht ook direct aan ons te verstrekken omdat hij dan met dubbele kosten zou zitten. Naar aanleiding van dit telefoongesprek besluit de [X] dan toch ook verder te gaan met de oprichting via [naam platform] en neem ik contact op met [medewerker] van [naam platform] . Met haar spreek ik af dat het concept wordt aangepast en de tweede aandeelhouder wordt toegevoegd.
[naam platform] zegt toe zorg te dragen voor de afhandeling van de extra kosten.
In een bericht van 25 maart aan [naam platform] belooft de heer [X] deze extra kosten te zullen betalen. De betaling blijft echter uit. Zowel uit de administratie van [naam platform] als die van ons blijkt dat er daarna nog vele malen getracht is in contact te komen met de heer [X] om dit met hem te bespreken maar dat hij onbereikbaar is en niet reageert op terugbelverzoeken.
Op 23 april jl. volgt er een mail van de heer [X] waarin hij stelt dat wij ons niet hebben gehouden aan de gestelde termijn, namelijk oprichten binnen 3-5 werkdagen. Dit is echter niet juist nu duidelijk op het platform staat omschreven dat bedoelde termijnen eerst gaan lopen nadat de gelegaliseerde documenten door de notaris zijn ontvangenenalle kosten zijn voldaan. Betaald heeft de heer [X] echter nog steeds niet.’’