ECLI:NL:GHAMS:2021:1782

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
15 juni 2021
Zaaknummer
23-001164-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis inzake medeplegen aanwezig hebben van cocaïne

Op 15 juni 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 14 mei 2020 was gewezen in de strafzaak met parketnummer 13-654000-20. De verdachte, geboren in 1991, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting op 1 juni 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die verzocht om dezelfde straf als eerder opgelegd door de politierechter. De advocaat-generaal heeft de feiten en omstandigheden van de zaak uiteengezet, waarna de verdachte en zijn raadsvrouw hun standpunten hebben gepresenteerd.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep in zijn geheel bevestigd. Dit betekent dat het hof zich verenigt met de beslissing van de politierechter en de opgelegde straf handhaaft. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De griffier, mr. S. den Hartog, was ook aanwezig tijdens de openbare terechtzitting. Het arrest is uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak, 15 juni 2021, en de rechters Bordenga en Hartsuiker waren niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001164-20
datum uitspraak: 15 juni 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 mei 2020 in de strafzaak onder parketnummer 13-654000-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 juni 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. S.M.M. Bordenga en mr. F.A. Hartsuiker, in tegenwoordigheid van mr. S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 juni 2021.
mr. S.M.M. Bordenga en mr. F.A. Hartsuiker zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.