Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 2],
[geïntimeerde sub 3],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een geschil tussen Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. en een maatschap die varkens houdt. De maatschap heeft op 12 juli 2015 ontdekt dat 477 vleesvarkens door verstikking zijn omgekomen als gevolg van uitval van de ventilatoren in hun stal. De maatschap heeft een schadevergoeding van € 50.667 geëist van Nationale-Nederlanden, die echter weigerde uit te keren. De rechtbank heeft de vorderingen van de maatschap toegewezen, maar Nationale-Nederlanden ging in hoger beroep.
In het tussenarrest van 15 december 2020 heeft het hof geoordeeld dat de uitsluiting van dekking in de polisvoorwaarden niet onaanvaardbaar is. De maatschap heeft ook aangevoerd dat er dekking bestaat op grond van de brandverzekering, maar het hof heeft geoordeeld dat deze grondslag nog niet voldoende was onderbouwd. In de verdere beoordeling heeft het hof gekeken naar de definitie van 'brand' in de polisvoorwaarden en de omstandigheden van de zaak. Het hof concludeert dat er geen sprake is geweest van brand in de zin van de polis, omdat het vuur niet in staat was zich uit eigen kracht voort te planten.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van de maatschap afgewezen. De maatschap is veroordeeld in de kosten van beide instanties. Dit arrest is gewezen op 8 juni 2021 en is openbaar uitgesproken door de rechters G.C.C. Lewin, J.W.M. Tromp en M. Spanjaart.