ECLI:NL:GHAMS:2021:1714

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 juni 2021
Publicatiedatum
11 juni 2021
Zaaknummer
23-004490-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake belaging met bewezenverklaring van stelselmatige inbreuk op persoonlijke levenssfeer

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1975, was aangeklaagd voor belaging van zijn ex-vriendin, aangeduid als [benadeelde]. De tenlastelegging omvatte het stelselmatig versturen van berichten en het opzoeken van de persoonlijke ruimte van [benadeelde] en haar kinderen tussen 7 januari 2019 en 21 juni 2019. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks een eerder stopgesprek met de wijkagent waarin hem werd verteld dat [benadeelde] geen contact meer wilde, meerdere e-mails heeft gestuurd en zich naar de voetbalwedstrijden van de kinderen van [benadeelde] heeft begeven. De verdachte heeft ook bedreigende berichten naar zijn moeder gestuurd, die door [benadeelde] als zodanig zijn opgevat. Het hof oordeelde dat de gedragingen van de verdachte een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde] vormden, wat leidde tot angst en gevolgen voor haar persoonlijke vrijheid. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en kwam tot een andere bewezenverklaring, waarbij het hof de verdachte schuldig bevond aan belaging. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 93 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een contactverbod met [benadeelde] en haar kinderen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004490-19
datum uitspraak: 11 juni 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Alkmaar) van 25 september 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-148908-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1975,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 mei 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 07 januari 2019 tot en met 21 juni 2019 te Castricum, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde], door (meermalen en/of veelvuldig)
- deze [benadeelde] berichten te sturen (via whatsapp en/of email) en/of
- zich naar de woning van deze [benadeelde] te begeven en/of
- zich naar de school van de kinderen van deze [benadeelde] te begeven en/of
- deze [benadeelde] op te wachten (als zij haar kinderen naar school bracht) en/of
- zich naar de voetbalwedstrijden van de kinderen van [benadeelde] te begeven en/of
- in een (whatsapp) bericht (aan zijn moeder) te schrijven "nog een maand. Dan ben ik alles kwijt. Dan heb ik niets meer te verliezen. Dat maakt mij een gevaarlijk man. Castricum kan zich voorbereiden op een familiedrama" en/of "Ik weet precies wat ik moet doen. Een paar de keel doorsnijden dat moet ik doen" en/of "Ik ben een gevaar voor kinderen" of woorden van gelijke strekking;
met het oogmerk die [benadeelde], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Bewijsoverweging

In hoger beroep is door de verdediging aangevoerd dat geen sprake is van stelselmatigheid. De verdachte heeft na het ‘stopgesprek’ slechts één keer een voetbalwedstrijd van de kinderen van de aangeefster [benadeelde] bezocht. Ook is slechts sprake van één Whatsappbericht aan de moeder van de verdachte en enkele e-mails aan [benadeelde] zelf.
Door de verdediging is tevens betoogd dat het opzet van de verdachte om een inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde] ontbreekt, omdat de verdachte niet de intentie heeft gehad om [benadeelde] te belagen. Het Whatsappbericht dat de verdachte naar zijn moeder heeft gestuurd was niet voor [benadeelde] bedoeld en het was niet de bedoeling dat dit bericht haar zou bereiken.
De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde feit.
Het hof overweegt daartoe als volgt.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat er op 8 februari 2019 door de wijkagent een zogenaamd ‘stopgesprek’ met de verdachte is gevoerd en dat hem toen duidelijk te verstaan is gegeven dat de aangeefster [benadeelde], zijn ex-vriendin, geen enkel contact meer met hem wilde. Ter zitting van het hof heeft de verdachte ook bevestigd dit zo te hebben begrepen. Daarop volgend heeft de verdachte in de periode vanaf 8 februari 2019 tot en met 21 juni 2019 een aantal e-mailberichten naar [benadeelde] gestuurd, een voetbalwedstrijd van een van de kinderen van [benadeelde] bezocht en zijn moeder beangstigende berichten toegestuurd over een gezinsdrama dat plaats zou gaan vinden in Castricum, de woonplaats van [benadeelde]. Uit de verklaringen van de aangeefster [benadeelde] volgt dat de gedragingen van de verdachte grote gevolgen voor haar persoonlijk leven en haar persoonlijke vrijheid teweeg hebben gebracht.
Het hof is van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijke leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer – naar objectieve maatstaven bezien – zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. [1]
Ook is het hof van oordeel dat sprake is van een opzettelijke, wederrechtelijke en stelmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde]. Daarbij slaat het hof acht op de hoeveelheid en de inhoud van de door de verdachte aan [benadeelde] verzonden e-mailberichten, het aanspreken van [benadeelde] door de verdachte langs de lijn op de voetbalclub tijdens de voetbalwedstrijd van een van de kinderen van die [benadeelde] en de Whatsappberichten die de verdachte naar zijn moeder stuurde waarin hij verwijzingen heeft gedaan die door de moeder van de verdachte en die [benadeelde] zijn opgevat als bedreigend voor [benadeelde] en haar kinderen. Hoewel de verdachte heeft aangevoerd nooit de bedoeling te hebben gehad dit bericht ter kennis van [benadeelde] te brengen, heeft hij naar het oordeel van het hof op zijn minst genomen hierop voorwaardelijk opzet gehad. Het bericht was dermate alarmerend dat het voor hem redelijkerwijs voorzienbaar moet zijn geweest dat de inhoud van dit bericht – via derden – [benadeelde] zou bereiken en haar vrees zou aanjagen.
Het hof acht op grond van de bewijsmiddelen dan ook bewezen dat de verdachte [benadeelde] in de bewezenverklaarde periode heeft belaagd. De verweren worden verworpen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 7 januari 2019 tot en met 21 juni 2019 te Castricum, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde], door meermalen en veelvuldig
- deze [benadeelde] berichten te sturen via email en
- zich naar een voetbalwedstrijd van de kinderen van [benadeelde] te begeven en
- in een whatsappbericht aan zijn moeder te schrijven "nog een maand. Dan ben ik alles kwijt. Dan heb ik niets meer te verliezen. Dat maakt mij een gevaarlijk man. Castricum kan zich voorbereiden op een familiedrama" en "Ik weet precies wat ik moet doen. Een paar de keel doorsnijden dat moet ik doen" en "Ik ben een gevaar voor kinderen"
met het oogmerk die [benadeelde], te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
belaging.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 93 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht. Ook heeft de politierechter de volgende bijzondere voorwaarden aan de verdachte opgelegd:
1) Een meldplicht bij de Reclassering Nederland;
2) Een behandelplicht door de Waag of een soortgelijke zorgverlener.
De politierechter heeft de reclassering de opdracht gegeven om toezicht te houden op de naleving van voornoemde bijzondere voorwaarden.
Ook heeft de politierechter een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Wetboek van Strafrecht voor de duur van twee jaren aan de verdachte opgelegd. Deze maatregel houdt het volgende in:
1) Een contactverbod met [benadeelde] en met haar drie kinderen;
2) Een gebiedsverbod, waarbij is bepaald dat de verdachte zich niet mag bevinden in de in het vonnis genoemde gebieden.
De politierechter heeft daarbij de maatregel strekkende tot het gebieds- en contactverbod dadelijk uitvoerbaar verklaard.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich gedurende enkele maanden schuldig gemaakt aan belaging van zijn ex-vriendin [benadeelde] nadat [benadeelde] eind 2018 de relatie tussen haar en de verdachte heeft beëindigd. Belaging is een ernstig strafbaar feit dat is gericht tegen de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer en tevens een feit dat doorgaans diep in het privéleven van het slachtoffer grijpt. De vergaande gevolgen die belaging teweeg kan brengen blijken in dit geval onder andere uit het Whatsappbericht van de verdachte dat ging over [benadeelde] en haar kinderen, die hij naar zijn moeder heeft gestuurd en waar [benadeelde] van op de hoogte is geraakt. De grote impact die dit, de e-mailberichten en het bezoek aan de voetbalwedstrijd van haar kinderen voor [benadeelde] heeft gehad, blijkt ook uit de door haar afgelegde verklaringen in de processen-verbaal van aangiften. Zij heeft een geruime tijd in angst geleefd.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 17 mei 2021 is hij niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.
De verdachte woont inmiddels niet meer in Castricum, het feit dateert van meer dan twee jaar geleden en de verdachte heeft al een tijd geen contact meer gezocht met [benadeelde]. Ook heeft de verdachte een behandeling ondergaan voor zijn psychische problemen. Deze behandeling bevindt zich thans in de eindfase. Hierdoor is het hof van oordeel dat voor de door de advocaat-generaal gevorderde oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel met de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan, zoals bedoeld in artikel 38v Wetboek van Strafrecht, bij het contact- en gebiedsverbod op dit moment geen noodzaak meer aanwezig is.
Ook zal het hof afzien van het opleggen van de door de politierechter opgelegde en dadelijk uitvoerbaar verklaarde behandelverplichting, nu de verdachte die behandeling vrijwel heeft afgerond en heeft laten zien niet in herhaling te vallen. Wel wordt de verdachte een voorwaardelijk strafdeel opgelegd, met daaraan verbonden een bijzondere voorwaarde, te weten een contactverbod met [benadeelde] en haar kinderen. Het voorwaardelijke strafdeel dient voor de verdachte als stok achter de deur, zodat hij ervan wordt weerhouden om opnieuw een strafbaar feit te plegen en zodat hij niet opnieuw contact zal zoeken met [benadeelde] of met haar kinderen.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf zoals is opgelegd door de rechtbank, passend en geboden. De gevangenisstraf omvat een groot voorwaardelijk deel, te weten 90 van de 93 dagen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
93 (drieënnegentig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
90 (negentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
Dat de verdachte zich zal houden aan een contactverbod.
Dit contactverbod houdt in dat de verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met mevrouw [benadeelde], geboren op [geboortedag 2] 1977 en haar drie kinderen, [naam 1], geboren [geboortedag 3] 2010, [naam 2], geboren [geboortedag 4] 2007 en [naam 3], geboren [geboortedag 5] 2004.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. V. Mul en mr. J. Steenbrink, in tegenwoordigheid van mr. E.C. Damo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 juni 2021.
Mr. M.F.J.M. de Werd en Mr. J. Steenbrink zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Hoge Raad 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3626.