ECLI:NL:GHAMS:2021:1569

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2021
Publicatiedatum
1 juni 2021
Zaaknummer
23-002069-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep van verdachte in strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 mei 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte, geboren in Colombia, die eerder door de rechtbank Amsterdam was veroordeeld. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank, maar op 23 april 2021 heeft de advocaat van de verdachte aangegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wilde handhaven. Dit leidde tot de vraag van de ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep. Tijdens de zitting op 20 mei 2021 heeft de advocaat van de verdachte verzocht om niet-ontvankelijkheid, en de advocaat-generaal heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze intrekking. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang was dat een nader onderzoek rechtvaardigde. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig. Mr. Dantuma-Hieronymus was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002069-20
datum uitspraak: 20 mei 2021
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 7 september 2020 in de strafzaak onder parketnummer 13-728131-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Colombia) op [geboortedag] 1967,
adres: [adres], thans gedetineerd in PI Zuid Oost - HvB Ter Peel Evertsoord te Evertsoord.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
20 mei 2021.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 23 april 2021 heeft de advocaat van de verdachte te kennen gegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wil handhaven, zodat zij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. De zaak heeft eerder op 6 april 2021 op de zitting gestaan. Bij e-mailbericht van 14 mei 2021 heeft de advocaat het hof verzocht de verdachte bij arrest op 20 mei 2021 niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep. De verdachte zal tevens afstand doen van haar aanwezigheidsrecht op genoemde zitting. De advocaat-generaal heeft vervolgens bij
e-mailbericht van 18 mei 2021 aangegeven tegen de intrekking van het hoger beroep geen bezwaar te hebben.
Daarom zal de verdachte, aangezien ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Jurgens, mr. S. Clement en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van
mr. A.S. de Bruin, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
20 mei 2021.
Mr. Dantuma-Hieronymus is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.