Uitspraak
2 [A] ,
3 [B] ,
mr. T. Schutte, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J.J. Wittekamp, kantoorhoudende te Naaldwijk,
mr. J.J. Wittekamp, kantoorhoudende te Naaldwijk.
- verzoekster afzonderlijk met Shirin, [A] en [B] en gezamenlijk met Shirin c.s.;
- verweerster met PH Express;
- belanghebbende met PH NL;
- verweersters en belanghebbende gezamenlijk met PH Express c.s.
1.Het verloop van het geding
Inleiding en feiten
royalty feedoorbelast aan PH Express.
Wat betreft personeelskosten[:]
is duidelijk”.
“inmiddels (…) efficiëntie[is]
bereikt, waardoor de personeelskosten in het 2e half jaar significant lager zullen zijn”.
“Als we er niet uitkomen, moet iedereen sowieso bijstorten om de verliezen te dekken en de lopende kosten. Als dat niet gebeurt (…) dan kan dat ons allemaal de nek kosten (…)”.
3.De gronden van de beslissing
vermoedelijke duur” van één jaar en is na 20 december 2109 stilzwijgend doorgelopen. Aan het einde van de “
vermoedelijke” looptijd van die overeenkomst had PH Express meerdere aandeelhouders en was er tussen hen reeds een discussie ontstaan over de inzet van het uitzendbureau. Op [C] als (indirect) bestuurder rustte toen de plicht uit zichzelf de aandeelhouders te informeren over zijn betrokkenheid bij QSN en over de zakelijkheid van de inhoud van de overeenkomst met QSN. Niet gebleken is dat hij Shirin c.s. daarover heeft ingelicht. Nu echter evenmin gebleken is dat de gehanteerde tarieven onzakelijk hoog waren en gelet op het feit dat QSN met een (zeer waarschijnlijk oninbare) vordering van € 59.000 de grootste crediteur is van de vennootschap die zelf geen inkomsten meer geniet, is de normschending niet van zodanig gewicht dat zij een onderzoek daarnaar rechtvaardigt.