beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.289.823/01 OK en 200.289.823/02 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 29 april 2021
DE ONDERNEMINGSRAAD VAN ASSA ABLOY ENTRANCE SYSTEMS PRODUCTION NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard,
VERZOEKER,
advocaten:
mr. S.F.H. Jellinghausen
mr. S.A.H. Luiten, kantoorhoudende te Tilburg,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ASSA ABLOY ENTRANCE SYSTEMS PRODUCTION NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. A. Robustellaen
mr. W.E. van Engelenhoven, kantoorhoudende te Ede.
Het verloop van het geding
In het vervolg zal verzoeker (ook) worden aangeduid met de ondernemingsraad en verweerster met Assa Abloy of de ondernemer.
In de zaak met zaaknummer 200.289.823/01 OK
1.1 De ondernemingsraad heeft bij op 10 februari 2021 bij de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift beroep ingesteld tegen het besluit van 12 januari 2021 tot reorganisatie van de
Research & Development(hierna: R&D)-afdeling van Assa Abloy te Heerhugowaard. Hij heeft de Ondernemingskamer verzocht, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat Assa Abloy bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot dit besluit heeft kunnen komen en om Assa Abloy te verplichten het besluit in te trekken en de gevolgen van het besluit ongedaan te maken en Assa Abloy te verbieden handelingen of taken te verrichten ter uitvoering van het besluit of onderdelen daarvan. Hij heeft verzocht deze laatstgenoemde voorzieningen tevens als voorlopige voorzieningen te treffen.
1.2 Assa Abloy heeft bij verweerschrift van 1 maart 2021 geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de ondernemingsraad in zijn verzoek dan wel tot afwijzing daarvan.
In de zaak met zaaknummer 200.289.823/02 OK
1.3 De ondernemingsraad heeft bij op 5 maart 2021 bij de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift beroep ingesteld tegen het besluit van 18 februari 2021 tot reorganisatie van de R&D-afdeling van Assa Abloy te Heerhugowaard. Hij heeft de Ondernemingskamer verzocht, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat Assa Abloy bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot dit besluit heeft kunnen komen en om Assa Abloy te verplichten het besluit in te trekken en de gevolgen van het besluit ongedaan te maken en Assa Abloy te verbieden handelingen of taken te verrichten ter uitvoering van het besluit of onderdelen daarvan. Hij heeft verzocht deze laatstgenoemde voorzieningen tevens als voorlopige voorzieningen te treffen.
1.4 Assa Abloy heeft bij verweerschrift van 12 maart 2021 geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de ondernemingsraad in zijn verzoek dan wel tot afwijzing daarvan.
1.5 De verzoeken zijn behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 18 maart 2021. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en wat mr. Robustella betreft onder overlegging van een van tevoren toegestuurde nadere productie. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
2 Feiten
2.1Assa Abloy maakt deel uit van een internationaal concern, de Assa Abloy groep. De tophoudstermaatschappij, de Zweedse rechtspersoon Assa Abloy AB, is beursgenoteerd in Stockholm. Het concern is wereldmarktleider in systemen voor toegangscontrole van gebouwen en terreinen. Het concern is verdeeld in drie regionale en twee wereldwijde divisies. Assa Abloy maakt deel uit van de divisie
Entrance Systems.
2.2De kernactiviteiten van Assa Abloy bestaan uit het vervaardigen, onderhouden en verkopen van automatische deuren, industriële deuren, snelroldeuren, hangardeuren en laad- en lossystemen. Zij biedt een volledig assortiment voor automatische toegangssystemen voor de voor- achter- en binnenzijde van bedrijfspanden. Bij Assa Abloy zijn circa 124 personen werkzaam; 11 arbeidsplaatsen zijn gerelateerd aan de afdeling R&D. De afdeling R&D houdt zich bezig met de mechanische ontwikkeling en verbetering van bestaande producten binnen het segment
Industrial Door Solutions.
2.3Op 12 januari 2021 heeft [A] (hierna: [A] ), de
plant manager, aan de hand van een Powerpoint presentatie van [B] (hierna: [B] ), R&D Director
Industrial Door Solutions, een presentatie gehouden voor de ondernemingsraad met als onderwerp ‘
R&D Meeting’. In deze presentatie staat onder meer vermeld:
“
A decision has been taken to reorganize the R&D site in Heerhugowaard and move the system ownership and development of Over Head Sectional Doors to Landskrona”[Zweden, toevoeging OK]
en
“
The sales system configuration engineer will remain
All other positions will be made redundant
Two new product development engineer positions will be open for recruitment
These three people will report to the R&D manager in Landskrona and will be based in the HHW production site.”
De presentatie bevat ook een tijdpad voor de periode 12 januari tot en met 29 januari 2021. Dit tijdpad maakt melding van individuele gesprekken op eveneens 12 januari 2021. Ook start dan de sollicitatieperiode voor de twee
product engineers, die loopt tot en met 15 januari 2021. Op 21 januari 2021 wordt een keuze gemaakt. Van 18 januari 2021 tot en met 22 januari 2021 worden volgens het tijdpad individuele gesprekken gevoerd over vaststellingsovereenkomsten en de uiterste datum voor het ondertekenen daarvan staat gepland voor 26 januari 2021.
Op 12 januari 2021 is ook een aankondiging over de reorganisatie verspreid binnen het bedrijf.
2.4Bij e-mail van 13 januari 2021 heeft [A] de ondernemingsraad de mededelingen in de presentatie nog eens bevestigd.
2.5Bij e-mail van 15 januari 2021 heeft de ondernemingsraad [A] een vragenlijst gestuurd, met het verzoek deze door te sturen aan het projectteam. Op 18 januari 2021 zijn de door het projectteam gegeven antwoorden op de gestelde vragen aan de ondernemingsraad verstrekt.
2.6Bij brief van 20 januari 2021 heeft de ondernemingsraad geschreven dat de organisatiewijziging van tevoren met de ondernemingsraad had moeten worden besproken en dat op de voet van artikel 25 WOR advies had moeten worden gevraagd, wat al op 12 januari 2021 aan [A] was medegedeeld. De ondernemingsraad schreef uiterlijk in de lopende week de adviesaanvraag te verwachten.
2.7Op 22 januari 2021 heeft een bespreking plaatsgevonden waarbij de voorzitter en de vice-voorzitter van de ondernemingsraad aanwezig waren en van de kant van Assa Abloy onder meer [A] en [B] . Hierna heeft de ondernemingsraad bij e-mail van diezelfde dag, met als onderwerp ‘
Approval continuing process’ aan de ondernemer geschreven:
‘
On January 22, 2021, the Works Council, [A] and the CE team had a good discussion about the advice requests.
After a complete explanation why there was no advise request we decided there will be an advice request afterwards so we have the opportunity to give some extra advise if needed.
For the further steps the works council approves to continue with the process of recruiting the 2 engineers.’
2.8Bij e-mail van 28 januari 2021 heeft [A] een e-mail van [B] aan de ondernemingsraad doorgestuurd. [B] schreef dat het projectteam van mening is dat vanwege de beperkte gevolgen van de reorganisatie, de ondernemingsraad alleen geïnformeerd hoeft te worden, maar dat zij de verhouding met de ondernemingsraad serieus nemen en de ondernemingsraad daarom uitnodigden te adviseren. Inmiddels had de ondernemingsraad zich tot een extern adviseur gewend, die bij brief van eveneens 28 januari 2021 [A] verzocht de ondernemingsraad voor 2 februari 2021 een schriftelijke adviesaanvraag te verstrekken en schreef dat geen gevolg mocht worden gegeven aan het besluit totdat de ondernemingsraad advies zou hebben gegeven. Bij brief van 1 februari 2021 heeft [B] een beschrijving van de feiten gegeven, herhaald dat hij de ondernemingsraad had medegedeeld dat hij van mening is dat geen sprake is van een adviesplichtig besluit, maar dat door Assa Abloy inhoud boven procedure wordt gesteld. Hij wees op de goedkeuring van de ondernemingsraad om het ingezette proces te vervolgen en liet weten de ondernemingsraad de ruimte te willen bieden zich zo spoedig mogelijk nader uit te laten met betrekking tot de getroffen reorganisatiemaatregel. In de brief staat verder dat Assa Abloy bij deze stand van zaken voor wat de uitvoering van de maatregel betreft twee weken pas op de plaats maakt.
2.9Op 4 februari 2021 heeft de ondernemingsraad een adviesaanvraag, gedateerd 3 februari 2021, van [B] ontvangen, waarbij het voornemen tot reorganisatie van de R&D-afdeling formeel aan de ondernemingsraad werd gemeld met het verzoek hierover advies uit te brengen, conform artikel 25 WOR. In de adviesaanvraag staat onder meer het volgende:
“
De bedrijfseconomische achtergrond
De opkomst van nieuwe technologieën, Internet of Things, digitale producten ene-maintenance leiden tot nieuwe productontwikkelingen en investeringen in capaciteit, competentie en groei. Dit betreft elektronische- en softwareontwikkelingen binnen “automation”. De mechanische ontwikkelingen blijven beperkt tot productverbeteringen.
Naast nieuwe technologische ontwikkelingen acht het management van ASSA ABLOY Entrance Systems het, met het oog op de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten op langere termijn, noodzakelijk om de product- en portfolio complexiteit beter te beheersen en de ontwikkel-efficiëntie te verhogen door het optimaliseren van de schaalgrootte (“economy-of-scale”) van de ontwikkelafdelingen.
Conclusie
(…)
Deze situatie heeft ertoe geleid dat het management van de divisie ASSA ABLOY Entrance Systems voornemens is om de Research & Development activiteiten ten behoeve van c.q. gericht op het business gebied Industrial Door Solutions op een andere wijze te organiseren en uitvloeisel daarvan is dat de Research & Development-afdeling in Heerhugowaard wordt gereorganiseerd.
(…)
De Research & Development-afdeling, onderdeel van[Assa Abloy]
wordt gereorganiseerd. Bij de bestaande Research & Development organisatie in Landskrona wordt de eindverantwoordelijkheid voor de productontwikkeling voor het business gebied Industrial Door Solutions ondergebracht.
Deze maatregel draagt bij aan de beoogde verbetering van efficiency en effectiviteit van alle ASSA ABLOY-vennootschappen.
Gevolgen van het voorgenomen besluit
(…)
Tien van de elf arbeidsplaatsen komen als gevolg van het hiervoor genoemde besluit te vervallen.
(…)
● Maatregelen voor het waarborgen van de bedrijfsactiviteiten en werkgelegenheid op langere termijn
Als uitvloeisel van de beoogde reorganisatiemaatregel worden twee nieuwe functieplaatsen voor senior product development engineer voorzien. (…)
De aan te stellen senior product development engineers zullen rapporteren aan de Research & Development manager in Landskrona (Zweden) en een standplaats krijgen in de fabriek van[Assa Abloy]
in Heerhugowaard.”
Vervolgens worden de maatregelen voor boventallige medewerkers vermeld.
De ondernemingsraad wordt verzocht uiterlijk 10 februari 2021 te adviseren.
2.1Op 5 februari 2021 heeft een overleg plaatsgevonden tussen de ondernemer en de ondernemingsraad, ten behoeve waarvan de ondernemingsraad een vragenlijst heeft opgesteld.
2.11Bij e-mail van 9 februari 2021 heeft [A] aan de ondernemingsraad geschreven:
“
In de bijlage treffen jullie de antwoorden aan van het projectteam op de (…)gestelde vragen.
Hopende jullie hiermee voldoende te hebben geïnformeerd om tot een weloverwogen advies te komen. In onze laatste meeting hebben we gesproken over de datum 10-2-2021, hopelijk is dit nog steeds haalbaar voor jullie.”
2.12Op 10 februari 2010 heeft de ondernemingsraad een negatief advies uitgebracht. In de conclusie aan het slot van het advies schreef de ondernemingsraad dat hij aanvankelijk aan het lijntje was gehouden en toen uiteindelijk een adviesaanvraag binnenkwam er nauwelijks tijd was voor onderzoek en overleg, zodat de ondernemingsraad het besluit niet op alle merites heeft kunnen beoordelen. De ondernemingsraad constateerde vervolgens dat nut en noodzaak van de reorganisatie niet was aangetoond. Hij noemde de onderbouwing van de adviesaanvraag ronduit warrig, de antwoorden op de vragen niet consistent en de bijgeleverde tabelletjes nauwelijks leesbaar. Op de vraag of alternatieven zijn onderzocht kwam volgens de ondernemingsraad een ontwijkend antwoord en de ondernemingsraad vroeg zich af of de bestuurder wel voldoende oog had voor het belang van de Nederlandse vestiging (tegenover het groepsbelang).
2.13Op 18 februari 2021 heeft [A] de ondernemingsraad een e-mail gestuurd, met als bijlagen het besluit tot het treffen van de reorganisatiemaatregel zoals voorgenomen, een toelichting daarop in een begeleidende brief en de functiebeschrijving voor de functie van
product development engineer (senior). Het besluit houdt in dat de ondernemer besluit:
“
• de voorgenomen reorganisatiemaatregel, zoals in de adviesaanvraag, gedateerd 3 februari 2021, uiteengezet te treffen;
• de in de adviesaanvraag, gedateerd 3 februari 2021 geduide arbeidsplaatsen te laten vervallen en de daarin geduide nieuwe functies in te stellen en onderdeel van zijn onderneming te laten zijn;
• de werknemers van wie de arbeidsplaats als gevolg van de reorganisatiemaatregel vervalt een afvloeiingsregeling aan te bieden, zoals in de paragraaf “gevolgen voor het personeel” uiteengezet.”
De afvloeiingsregeling voor de betrokken werknemers is verbeterd ten opzichte van de afvloeiingsregeling zoals vermeld in de adviesaanvraag.
De ondernemer is in het besluit ingegaan op de bezwaren van de ondernemingsraad in zijn advies. Samengevat en voor zover hier van belang heeft hij hierop als volgt gereageerd. Voor wat betreft nut en noodzaak van de reorganisatiemaatregel geldt dat de opkomst van nieuwe technologische ontwikkelingen de ondernemer dwingen om tijdig het vizier te richten op (investeringen in) nieuwe productontwikkeling op het terrein van
automation, zodat de focus niet gericht kan blijven op mechanische ontwikkeling c.q. de verbetering van bestaande producten binnen het businesssegment
Industrial Door Solutions. De maatregel is erop gericht de voor R&D beschikbare budgetten binnen het concern zoveel mogelijk te bundelen en zoveel mogelijk aan te wenden voor de nieuwe productontwikkeling. Er is derhalve sprake van een bedrijfsorganisatorische maatregel. De ondernemer heeft niet beoogd de indruk te wekken dat sprake is van bedrijfseconomische redenen die vanuit financieel perspectief dwingen tot een ingreep en de maatregel moet niet begrepen worden als een opmaat naar verdere ingrepen in de resterende werkgelegenheid. Gezien het karakter van de maatregel ontbreekt de door de ondernemingsraad geduide financiële onderbouwing. De maatregel past in een op concernniveau in gang gezet proces dat erop is gericht het ontwikkelingsbudget uit te breiden c.q. te verstevigen zodat op basis van centrale aansturing op concernniveau tijdig nieuwe producten op het gebied van
automationworden ontwikkeld en hieraan is inherent dat dit in het belang is van de onderneming. De nieuw ontwikkelde functies zijn niet met de bestaande functies uitwisselbaar. De aanvankelijk voorgestane afvloeiingsregeling heeft de ondernemer op basis van de door de ondernemingsraad hierover gedane constateringen heroverwogen.