Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[naam autorijschool]
[naam vof],
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
(‘Komt goed’) en dat hij dus nog twee dagen had om alles leeg te halen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een rijschoolhouder tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De rijschoolhouder, hier aangeduid als [appellant], had een huurovereenkomst gesloten met een vennootschap onder firma, aangeduid als [naam vof], voor een bedrijfsruimte. De huurovereenkomst was aangegaan voor een periode van twee jaar, met een mogelijkheid tot verlenging. De appellant heeft de huurovereenkomst opgezegd, maar heeft zich niet gehouden aan de afspraken omtrent de ontruiming van het gehuurde pand. De vennootschap onder firma heeft als gevolg hiervan de sloten van het pand vervangen en de toegang tot het gehuurde ontzegd, wat leidde tot een geschil over de huurschuld van meer dan 3.000 euro en het retentierecht van de vennootschap onder firma over de lesmotoren van de appellant. De kantonrechter heeft de vordering van de appellant afgewezen, oordelend dat de vennootschap onder firma terecht de zaken van de appellant onder zich heeft gehouden totdat de huurschuld was voldaan. In hoger beroep heeft de appellant zijn vorderingen herhaald, maar het hof heeft geoordeeld dat de grieven van de appellant falen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de appellant in de kosten van het geding in appel.