AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in een strafzaak met betrekking tot verduistering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene, die in eerste aanleg was veroordeeld voor verduistering. Het openbaar ministerie had gevorderd dat de betrokkene een bedrag van € 62.882,09 aan de Staat zou betalen ter ontneming van dit voordeel. De rechtbank had eerder vastgesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel € 47.548,75 bedroeg en de betrokkene verplicht tot betaling van € 42.548,75. De betrokkene ging in hoger beroep tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 16 april 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de argumenten van de verdediging. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene in de periode van 29 januari 2007 tot en met 10 augustus 2007 geldbedragen heeft verduisterd, en dat hij wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit deze verduistering. Het hof heeft de hoogte van het te ontnemen bedrag opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het wederrechtelijk verkregen voordeel € 62.882,00 bedraagt. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de betrokkene verplicht tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Het hof heeft ook overwogen dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden en heeft de betalingsverplichting met € 5.000,00 verminderd. De betrokkene, die 57 jaar oud is en als verkoper van zonnepanelen werkt, heeft een inkomen van € 2.500 bruto per maand. Het hof concludeert dat er geen aanleiding is voor verdere matiging van de betalingsverplichting op basis van financiële draagkracht.
Voetnoten
1.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van bevinden inzake bankrekening [nummer 1] ten name van [Vennootschap 2] BV en [nummer 5] ten name van [Vennootschap 1] BV (SFO-AH-40), van 28 december 2011, p. 1 en 2 en een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van verhoor, inhoudende de verklaring van [verdachte] (V-004-01), van 5 maart 2012, p. 3.
2.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van bevinden inzake bankrekening [nummer 1] ten name van [Vennootschap 2] BV en [nummer 5] ten name van [Vennootschap 1] BV (SFO-AH-40), van 28 december 2011, p. 1.
3.Idem, p. 2.
4.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal uitluisteren taps 39091 (AH-006), van 4 augustus 2010, p. 13.
5.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (SFO AH-057), van datum 19 april 2012 en Rechtbank Haarlem, LJN:BF1613 van 27 augustus 2008 (SFO D-80).
6.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van bevinden inzake bankrekening [nummer 1] ten name van [Vennootschap 2] BV en [nummer 5] ten name van [Vennootschap 1] BV (SFO-AH-40), met datum 28 december 2011, p. 3.
7.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van verhoor, inhoudende de verklaring van [verdachte] (V-004-01), van 5 maart 2012, p. 14.
8.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal AH-013 [Vennootschap 3] (AH-013), van datum 15 november 2011, p. 4.
9.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal AH-013 [Vennootschap 3] (AH-013), van datum 15 november 2011, p. 6.
10.Een schriftelijk bescheid, zijnde een brief van [verdachte] aan [Trustkantoor] (D-112), p. 2 van 3.
11.Een schriftelijk bescheid, zijnde een brief van [Trustkantoor] aan [medeverdachte 2] (D-122), p. 1 van 3.
12.Een schriftelijk bescheid, zijnde een brief (D-110), 1 van 2.
13.Een schriftelijk bescheid, zijne een brief (D-110), p. 1 van 2 en een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van bevindingen [nummer 1] ten name van [Vennootschap 2] BV en [nummer 5] ten name van [Vennootschap 1] BV (SFO-AH-40), van 28 december 2011, p. 3.
14.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van verhoor, inhoudende de verklaring van [verdachte] (V-004-03), van 6 maart 2012, p. 6.
15.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van bevindingen inzake bankrekening [nummer 1] ten name van [Vennootschap 2] BV en [nummer 5] ten name van [Vennootschap 1] BV (SFO-AH-40), met datum 28 december 2011, p. 3.
16.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van verhoor, inhoudende de verklaring van [verdachte] (V-004-02), van 6 maart 2012, p. 4.