ECLI:NL:GHAMS:2021:1096

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 maart 2021
Publicatiedatum
19 april 2021
Zaaknummer
23-003562-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake diefstal en belediging van ambtenaren

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 september 2019. De verdachte, geboren in Polen en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, is in hoger beroep gegaan tegen de veroordeling voor diefstal en belediging van ambtenaren. De tenlastelegging omvatte onder andere de diefstal van een fles wijn en het verwerven van een gestolen fiets, alsook het beledigen van politieambtenaren tijdens hun werkzaamheden. Tijdens de zittingen op 6 oktober 2020 en 3 maart 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van een fiets en aan belediging van twee politieambtenaren. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte van een deel van de tenlastelegging vrijgesproken. De verdachte is niet strafbaar verklaard, omdat hij recentelijk al een ISD-maatregel opgelegd had gekregen. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat onvoldoende bewijs was dat de schade door de verdachte was veroorzaakt. Het hof heeft beslist dat de kosten door beide partijen gedragen worden.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003562-19
datum uitspraak: 17 maart 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 september 2019 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-030277-18 (zaak A) en 13-224274-18 (zaak B) tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1986,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Zaanstad te Westzaan.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 oktober 2020 en 3 maart 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak A (parketnummer 13-030277-18):
hij op of omstreeks 13 februari 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een fles(je) wijn, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan winkelbedrijf [winkel], vestiging [adres], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Zaak B (parketnummer 13-224274-18):
1.
hij, op of omstreeks 1 juli 2018 te Amsterdam, een of meerdere goederen te weten, een fiets van het merk Gazelle Orange Pure Inn en/of een fiets van het merk Riese und Mueller heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
2.
hij, op of omstreeks 1 juli 2018 te Amsterdam opzettelijk een of meerdere ambtenaren, te weten [verbalisant 1] (brigadier van politie Eenheid Amsterdam) en/of [verbalisant 2] (inspecteur van politie Eenheid Amsterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe te voegen: "kurva" en/of "facist" en/of "jij bent ook een facist", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de politierechter.

Partiële vrijspraak in zaak B onder 1

Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzet- dan wel schuldheling van de Riese & Müller fiets, zodat de verdachte van dit onderdeel in de zaak B onder 1 moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak A:
hij op 13 februari 2018 te Amsterdam een flesje wijn, dat toebehoorde aan winkelbedrijf [winkel], vestiging [adres], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Zaak B:1.
hij op 1 juli 2018 te Amsterdam een fiets (Gazelle Orange Pure Inn) voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
2.
hij op 1 juli 2018 te Amsterdam opzettelijk ambtenaren [verbalisant 1] (brigadier van politie Eenheid Amsterdam) en [verbalisant 2] (inspecteur van politie Eenheid Amsterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe te voegen: "fascist" en/of "jij bent ook een fascist".
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak A bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
Het in de zaak B onder 1 bewezenverklaarde levert op:
opzetheling.
Het in de zaak B onder 2 bewezenverklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in de zaak A en in de zaak B onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, aangezien aan de verdachte vrij recent een ISD-maatregel is opgelegd.
De raadsvrouw heeft eveneens verzocht dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, omdat hem een ISD-maatregel is opgelegd.
Het overweegt als volgt.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een fiets. Door aldus te handelen heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen fietsen, hetgeen anderen kan aanzetten tot het plegen van diefstal. De verdachte heeft hiermee tevens indirect geprofiteerd van een eerder gepleegd misdrijf. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal. Diefstal veroorzaakt hinder, schade en ergernis voor de benadeelde. De verdachte heeft er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander. Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan belediging van twee politieambtenaren tijdens de uitoefening van hun functie. Met zijn handelen heeft de verdachte het gezag ondermijnd dat aan deze ambtenaren moet worden toegekend en heeft hij hen in hun eer en goede naam aangetast. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 16 februari 2021 is hij eerder veelvuldig wegens vermogensdelicten veroordeeld. Hij heeft daarvoor al vaker gevangenisstraffen opgelegd gekregen. Het hof weegt dit eveneens in zijn nadeel.
De ernst van de bewezen verklaarde feiten rechtvaardigt, in het licht van de recidive, in beginsel opnieuw een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Ter terechtzitting in hoger beroep is echter gebleken dat aan de verdachte, na het begaan van de onderhavige feiten, bij onherroepelijk vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31 december 2020 de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders is opgelegd voor twee fietsendiefstallen. Het hof acht het aannemelijk dat, waren de thans aan de orde zijnde feiten gelijktijdig met die fietsendiefstallen berecht, een en ander in het vonnis van 31 december 2020 niet tot een andere uitkomst had geleid.
In verband met het vorenstaande acht het hof, met de advocaat-generaal en de verdediging, het raadzaam te bepalen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde] (zaak B onder 1)

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.435,80, bestaande uit materiële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Het hof is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het in de zaak B onder 1 bewezen-verklaarde handelen van de verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen en zal om die reden hierin door het hof niet-ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking van 21 februari 2018 onder CJIB nummer [nummer] in de zaak A.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak A en in de zaak B onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen-verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak A en in de zaak B onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het in de zaak A en in de zaak B onder 1 en 2 bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. J. Piena en mr. H.A.G. Nijman, in tegenwoordigheid van mr. A. Ivanov, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 maart 2021.
mr. J. Piena is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]