ECLI:NL:GHAMS:2021:1085
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak van diefstal met geweld, wederrechtelijke vrijheidsberoving, afpersing en computervredebreuk
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 juni 2019. De verdachte was eerder vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, waaronder diefstal met geweld, wederrechtelijke vrijheidsberoving, afpersing en computervredebreuk. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na het onderzoek ter terechtzitting op 16 februari 2021. De verdachte is in hoger beroep gegaan tegen de vrijspraak van de rechtbank, maar het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet buiten redelijke twijfel kan worden gelinkt aan de hem verweten gedragingen. De aangifte van de benadeelde partij, die stelde dat hij op 22 september 2017 was beroofd, werd niet voldoende ondersteund door objectieve bewijsmiddelen. Het hof concludeert dat de verdachte niet kan worden bewezen dat hij de feiten heeft gepleegd, en spreekt hem vrij van de tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof heeft de kosten voor de benadeelde partij en de verdachte ieder voor hun eigen rekening bepaald.