ECLI:NL:GHAMS:2020:976

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 maart 2020
Publicatiedatum
26 maart 2020
Zaaknummer
23-001729-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van wederspannigheid

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor wederspannigheid, waarbij hij zich zou hebben verzet tegen ambtenaren van de politie op 30 juli 2017 in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte verschillende geweldsdelicten tegen de politieambtenaren, waaronder het maken van slaande bewegingen en het trachten te bijten. Tijdens de zitting in hoger beroep op 6 maart 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een taakstraf van 120 uur had geëist, en de verdediging, die pleitte voor vrijspraak. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de feitelijke toedracht van de gebeurtenissen niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld. Hierdoor was niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Tevens is de benadeelde partij, die een schadevergoeding had gevorderd, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden. De kosten zijn voor beide partijen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001729-19
datum uitspraak: 20 maart 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 23 april 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13‑654103-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 maart 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 juli 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer ambtenaren, [benadeelde 1] (hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam) en/of [benadeelde 2] (hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam) en/of [benadeelde 3] (brigadier van politie Eenheid Amsterdam) en/of [benadeelde 4] (hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten het bewaren van de openbare orde door,
- één of meerdere malen (met kracht) te rukken en/of trekken, in een andere richting dan voornoemde ambtena(a)r(en) hem trachtte te bewegen en/of
- één of meerdere malen (met gebalde vuist) slaande bewegingen te maken richting voornoemde [benadeelde 1] en/of
- één of meerdere malen (met kracht) die [benadeelde 1] (met gebalde vuist) te slaan en/of te stompen in het gezicht, althans het hoofd en/of
- één of meerdere malen (met kracht) (trachtte) te bijten in de hand, althans de arm, van voornoemde [benadeelde 1] en [benadeelde 3] en/of
- één of meerdere malen (met kracht) te schoppen en/of trappen in de richting van voornoemde [benadeelde 3] en/of
- één of meerdere malen te spugen in de richting van voornoemde [benadeelde 4],
terwijl dit misdrijf en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten verwondingen aan de handen en/of armen en/of hoofd bij die [benadeelde 1] ten gevolge heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

Standpunten van het openbaar ministerie en de verdediging
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken.
Oordeel van het hof
De feitelijke toedracht van hetgeen op 30 juli 2017 is voorgevallen kan op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet met een voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld. Daarom is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 250,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 maart 2020.
=========================================================================
[…]