ECLI:NL:GHAMS:2020:974
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P.C. Römer
- A.D.R.M. Boumans
- P. Greve
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens heling van gestolen goederen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Irak in 1997, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor heling van gestolen goederen. De tenlastelegging betrof de verwerving en het voorhanden hebben van een telefoon, een Playstation 4 en een JBL Speaker, waarvan de verdachte zou hebben geweten dat deze goederen door misdrijf verkregen waren. Tijdens de zitting heeft de verdachte verklaard dat hij de goederen had aangeboden bij een tweedehands winkel, op verzoek van een minderjarige jongen uit zijn buurt. Hij had zich daarbij geïdentificeerd en een bonnetje ontvangen voor de goederen, die gecontroleerd zouden worden op diefstal.
Het hof heeft de verklaring van de verdachte als geloofwaardig en aannemelijk beoordeeld. De verdachte had openheid van zaken gegeven aan de politie en de naam en het adres van de jongen doorgegeven. Gezien deze omstandigheden oordeelde het hof dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het om gestolen goederen ging. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
Daarnaast was er een vordering van een benadeelde partij tot schadevergoeding, die in eerste aanleg niet-ontvankelijk was verklaard. In hoger beroep heeft de benadeelde partij zich opnieuw gevoegd voor een deel van de oorspronkelijke vordering. Aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding. Het hof heeft bepaald dat beide partijen hun eigen kosten dragen.