ECLI:NL:GHAMS:2020:89
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- M.C. Schenkeveld
- C.E. Buitendijk
- W.K. van Duren
- Rechtspraak.nl
Opheffing van bewind en mentorschap wegens onuitvoerbaarheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van bewind en mentorschap van een rechthebbende, geboren in 2001, die op dat moment gedetineerd was in Duitsland. De rechthebbende was eerder onder toezicht gesteld door de rechtbank Overijssel en er was een bewind en mentorschap ingesteld op verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (WSS). De rechthebbende heeft in hoger beroep aangevoerd dat de bestreden beschikking van de kantonrechter in Amsterdam onterecht was, omdat deze niet bevoegd was en hij niet gehoord was in de procedure. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank Overijssel bevoegd was, maar dat het hof Amsterdam op basis van de Wet op de rechterlijke organisatie toch kennis kon nemen van het hoger beroep.
Het hof heeft vervolgens de gronden voor het bewind en mentorschap beoordeeld. Het hof concludeert dat de bewindvoering en het mentorschap niet langer zinvol zijn, omdat er geen samenwerking is tussen de rechthebbende en de bewindvoerder en de rechthebbende geen inkomsten heeft, behalve zorgtoeslag. Dit leidt tot schulden, en de situatie is niet te verwachten te verbeteren, gezien de detentie van de rechthebbende. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de WSS afgewezen, met de opheffing van het bewind en mentorschap als gevolg.