ECLI:NL:GHAMS:2020:871

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 januari 2020
Publicatiedatum
18 maart 2020
Zaaknummer
23-000973-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auto-inbraak met navigatiesysteem; afwijking van LOVS-orientatiepunten door jeugdige leeftijd verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1998, was beschuldigd van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij hij samen met een ander een navigatiesysteem uit een auto heeft weggenomen. De feiten vonden plaats op 17 februari 2017 in Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening was en niet voldeed aan de eisen van een vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, maar heeft ook rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte en het tijdsverloop sinds het bewezenverklaarde. De verdachte is eerder veroordeeld tot een taakstraf van 70 uur, subsidiair 35 dagen vervangende hechtenis. De advocaat-generaal heeft dezelfde straf gevorderd, terwijl de raadsvrouw een lagere straf heeft verzocht, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft de straf bepaald op 70 uur taakstraf, waarbij het ook de Oriëntatiepunten voor Straftoemeting van het LOVS in overweging heeft genomen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een auto-inbraak, wat niet alleen de eigenaar van de auto schade heeft berokkend, maar ook een gevoel van onveiligheid heeft veroorzaakt. De verdachte heeft geen respect getoond voor andermans eigendom en heeft enkel oog gehad voor zijn eigen financieel gewin. Het hof heeft de op te leggen straf gegrond op de artikelen 22c, 22d, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en mr. B.A.A. Postma was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000973-19
datum uitspraak: 23 januari 2020
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 27 februari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-042706-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
17 december 2019 en 9 januari 2020.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 17 februari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft weggenomen een navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen navigatiesysteem onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 februari 2017 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft weggenomen een navigatiesysteem toebehorende aan
[slachtoffer], waarbij de verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 70 uur, subsidiair 35 dagen vervangende hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot dezelfde straf als door de politierechter is opgelegd.
De raadsvrouw heeft het hof verzocht de verdachte een straf op te leggen die gelijk is aan de straf die aan de minderjarige medeverdachte is opgelegd, te weten een taakstraf voor de duur van 40 uren. Zij heeft het hof verder verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en met het tijdsverloop in deze zaak.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich met een ander schuldig gemaakt aan een auto-inbraak, waarbij een navigatiesysteem is weggenomen. Hij heeft er aldus blijk van gegeven geen respect te hebben voor andermans eigendom. Bovendien zal het vergrijp de eigenaar van de auto, die na de inbraak glassplinters en bloed van de verdachte en diens kompaan in zijn voertuig heeft aangetroffen, een gevoel van onveiligheid, ergernis en de nodige rompslomp hebben bezorgd. Kennelijk heeft de verdachte zich om dergelijke gevolgen niet bekommerd en slechts oog gehad voor zijn eigen financieel gewin.
Het hof heeft bij de strafoplegging tevens acht geslagen op de straffen die in soortgelijke gevallen aan meerderjarigen plegen te worden opgelegd en die hun weerslag hebben gevonden in de Oriëntatiepunten voor Straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Daarin wordt voor een inbraak uit een auto een taakstraf voor de duur van 90 uren genoemd. Het hof ziet in de jeugdige leeftijd van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde en in het tijdsverloop sinds het bewezenverklaarde aanleiding om hiervan ten voordele van de verdachte af te wijken.
In hetgeen door de raadsman is aangevoerd omtrent de straf die aan de minderjarige medeverdachte is opgelegd en het geringe leeftijdsverschil tussen hem en de verdachte ziet het hof geen aanleiding om een nóg lagere straf op te leggen dan al door de politierechter is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf voor de duur van 70 uur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
70 (zeventig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. J.J.I. de Jong en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van
mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 januari 2020.
Mr. B.A.A. Postma is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]