Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
.
4.De omvang van het geschil
- voor zover nodig beide Russische uitspraken te erkennen en voor tenuitvoerlegging vatbaar te maken, althans datgene te bepalen zodat de beschikking van de Russische rechtbank hier te lande ten uitvoer kan worden gelegd, waarbij de vrouw niet afwijzend staat tegenover de vaststelling van een vast bedrag aan kinderbijdrage per maand, waarbij als richtlijn dient te gelden het bedrag van € 600,- per maand dat de man tot 2017 betaalde;
- te bepalen dat de man aan de vrouw zal voldoen binnen twee maanden na datum uitspraak het bedrag dat hij verschuldigd is aan achterstallige termijnen aan kinderbijdrage, welk bedrag per 1 april 2018 € 5.950,- bedraagt, vermeerderd met alle komende termijnen die hij niet dan wel onvoldoende betaalt, althans een door de rechtbank te bepalen regeling zodat de achterstallige termijnen op korte termijn alsnog worden voldaan;
- voor zover noodzakelijk, de beschikking in exequatur – Europese Executoriale titel – op te maken, althans zodanig dat tenuitvoerlegging daarvan in andere lidstaten van de Europese Unie mogelijk is.