ECLI:NL:GHAMS:2020:859
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herroeping van arrest wegens bedrog door UWV in arbeidszaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering tot herroeping van een eerder arrest van 12 april 2016. De appellant, een voormalig werknemer van het UWV, stelde dat UWV bedrog had gepleegd in het eerdere geding, wat zou moeten leiden tot herroeping van dat arrest. De appellant had zijn ontslag aangevochten, stellende dat de opzegging kennelijk onredelijk was. Het hof oordeelde dat de vordering tot herroeping niet ontvankelijk was, omdat deze niet binnen de wettelijk vereiste termijn van drie maanden was ingediend. De feiten en omstandigheden die de appellant aanvoerde, waren al voor de indiening van de herroepingsvordering bekend. Het hof concludeerde dat de appellant niet had aangetoond dat UWV bedrog had gepleegd in het eerdere geding. De vordering werd afgewezen en de appellant werd veroordeeld in de proceskosten.