ECLI:NL:GHAMS:2020:83
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ambtshalve vastgestelde aanslagen inkomstenbelasting en zorgverzekeringswet voor de jaren 2008 tot en met 2015
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ambtshalve vastgestelde aanslagen inkomstenbelasting (IB) en zorgverzekeringswet (ZVW) voor de jaren 2008 tot en met 2015. De belanghebbende heeft geen aangiften gedaan voor de genoemde jaren, wat heeft geleid tot de oplegging van aanslagen door de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de rechtbank heeft deze bezwaren ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de belanghebbende betoogd dat de inspecteur in strijd heeft gehandeld met het recht, maar het Hof oordeelt dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat de aanslagen te hoog zijn vastgesteld. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De belanghebbende heeft niet voldaan aan zijn aangifteverplichting en de inspecteur was bevoegd om de aanslagen ambtshalve vast te stellen. De opgelegde verzuimboeten zijn passend en geboden, en er zijn geen gronden voor schadevergoeding. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het Hof verklaart zich onbevoegd om te oordelen over de vordering tot schadevergoeding.