In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Suriname in 1993, was betrokken bij een poging tot diefstal op 16 juni 2017 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte diefstal in vereniging met braak, waarbij de verdachte samen met anderen een autoruit insloeg om een navigatiesysteem te stelen. Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 januari 2020 heeft de raadsvrouw integrale vrijspraak bepleit, stellende dat er geen bewijs was voor een gezamenlijke uitvoering van het feit. Het hof oordeelde echter dat er voldoende bewijs was voor nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten, wat leidde tot de bewezenverklaring van de poging tot diefstal. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde een taakstraf op, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn positieve ontwikkeling in de maatschappij.