ECLI:NL:GHAMS:2020:720
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep tegen vonnis politierechter
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 12 maart 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in 1999 te Amsterdam, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting op 23 januari 2020 heeft de verdachte echter aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit leidde tot de vraag of de verdachte ontvankelijk was in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat, nu de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis heeft ingetrokken, er geen rechtens te respecteren belang meer is dat zou pleiten voor nader onderzoek in de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting.