3.6Bij de beoordeling van de vraag of [geïntimeerde] op straffe van persoonlijke aansprakelijkheid de huurovereenkomst een halfjaar voor 1 januari 2012 en een halfjaar voor 1 januari 2014 had moeten opzeggen zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.
( a) De kleding-/modebranche is ernstig getroffen door de kredietcrisis in 2008/2009. In de jaren daarna is de situatie in de modebranche steeds verder verslechterd, zo blijkt onder meer uit de publicatie ‘Rabobank Cijfers & Trends’ van 22 mei 2014 (productie 36 bij conclusie van antwoord in conventie).
( b) Als onvoldoende betwist staat vast dat WFC Vastgoed te kampen had met een enorme leegloop (meer dan 20% van de showrooms in het World Fashion Centre stond leeg) en met zogenoemde grijze leegstand (huurders die de huur niet meer konden betalen) en dat WFC Vastgoed onvoldoende nieuwe huurders kon vinden en aan nieuwe huurders kortingen op de huurprijs (inloopkortingen) moest verlenen.
( c) Mixi heeft bij monde van [geïntimeerde] herhaaldelijk aan WFC Vastgoed kenbaar gemaakt dat er financiële problemen waren, in 2009 verwachtte zij liquiditeitsproblemen, en dat de huurprijs voor haar te hoog was (zie 2.1(x)). Het hof wijst in dat verband nog op de volgende correspondentie:
- Interne e-mail van [A] aan [B] van WFC Vastgoed (productie 2 bij conclusie van antwoord) van 24 juni 2011 waarin [A] schrijft dat [geïntimeerde] van Mixi met WFC Vastgoed de huurachterstand wil bespreken en dat hij hem een aanbod heeft gedaan om in een andere ruimte te gaan zitten omdat hij zijn huidige huurprijs niet kan betalen.
- Brief van [A] van WFC Vastgoed aan Mixi van 13 september 2011 (productie 4 bij conclusie van antwoord), waarin hij schrijft dat ondanks herhaaldelijk verzoek om de huurachterstand in te lopen er momenteel nog een bedrag openstaat van € 20.213,70.
- Brief van Mixi aan WFC Vastgoed van 15 september 2011 (productie 5 bij conclusie van antwoord) waarin [geïntimeerde] onder meer schrijft dat hij graag in overleg wil treden over een mogelijke andere huurruimte, waarbij het voorstel van 2 augustus 2011 géén optie is. Verder schrijft [geïntimeerde]
“Ten overvloede wijs ik u nogmaals op het feit dat wij reeds in het najaar van 2009 met het vorige management kontact hebben opgenomen dat er zeer waarschijnlijk een liquiditeitsprobleem zat aan te komen, waardoor de huur dan wel later of gedeeltelijk betaald zou gaan worden. Wij (Mixi Modes BV) zijn namelijk al zo’n 42 jaar huurder in dit gebouw; zelf ben ik al sinds 1989 de dga van Mixi Modes BV en hebben wij tot en met 2009 altijd tijdig en correct onze huur betaald. Zelfs toen in januari 2002 vele collega’s een beter heil zochten, zijn wij in Amsterdam gebleven; (…) Dit jaar 2011 stagneerde de voorraad verkoop nog verder maar hebben wij toch zo veel mogelijk de huur betaald, ook al baart ons negatief banktegoed ons daarbij zorgen. Wij hebben destijds (december 2009) met uw directeur het volgende afgesproken, wij zouden in ieder geval iedere maand iets aan huur betalen, dat was ook zijn verzoek. Het beeld moest immers worden voorkomen dat het WFC te kampen had met grote leegloop en onvoldoende nieuwe huurders kon vinden. Men was daarom bereid, in plaats van met leegstand te blijven zitten of een nieuwe huurder een aantal jaren een inloopkorting te geven, de huidige huurders een beetje ter wille te zijn.”
vraagt in de brief, kort gezegd, om begrip voor zijn moeilijke financiële situatie.
- Brief van [C] van WFC Vastgoed aan Mixi van 16 april 2012 (productie 7 bij inleidende dagvaarding) waarin zij schrijft: “Tevens hebben wij aangegeven dat het altijd mogelijk is naar een andere passende ruimte te verhuizen waarbij het uitgangspunt is een lager maandbedrag te realiseren en zo de continuïteit van uw bedrijf mede te waarborgen”.
( d) Gezien de grote malaise in de modebranche en de ten tijde van de stilzwijgende verlengingen reeds lang bestaande huurachterstanden die niet werden ingelopen, alsmede de hiervoor genoemde correspondentie moet WFC Vastgoed hebben begrepen dat ook Mixi, die tot en met 2009 steeds correct de huurtermijnen had betaald, ernstig te lijden had van de crisis in de modebranche en er slecht voor stond.
( e) Mixi en WFC Vastgoed onderhandelden vanaf medio 2011 over de verhuizing van Mixi naar een goedkopere, kleinere ruimte in het World Fashion Centre.
( f) Mixi heeft in 2013 in totaal € 57.086,31 aan WFC Vastgoed betaald en in 2014 (tot juli) € 31,893,30, zo volgt uit productie 20 bij conclusie van antwoord in reconventie.