ECLI:NL:GHAMS:2020:639
Gerechtshof Amsterdam
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Onteigeningszaak na verwijzing Hoge Raad met betrekking tot waardebepaling en bedrijfsschade
In deze onteigeningszaak, die na verwijzing door de Hoge Raad aan het Gerechtshof Amsterdam werd voorgelegd, ging het om de waardebepaling van een pand dat in eigendom was van de appellant, die tevens een coffeeshop exploiteerde. De zaak volgde op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad die de waarde van het pand opnieuw liet onderzoeken. Het hof benoemde deskundigen om de schadeloosstelling te begroten, waarbij de waarde van het pand, de bedrijfsschade en de voor- en nadelen van het voortgezet gebruik van het pand in overweging werden genomen. De deskundigen kwamen tot een onderhandse verkoopwaarde van het pand van NLG 350.000,-, rekening houdend met de huurwaarde en de kwaliteit van de fundering. De appellant voerde aan dat de deskundigen enkele belangrijke factoren niet in hun waardering hadden meegenomen, zoals de WOZ-waarde en de huurwaarde van de zolderetage. Het hof oordeelde echter dat de deskundigen voldoende aandacht hadden besteed aan de relevante factoren en volgde hun waardering. De bedrijfsschade werd vastgesteld op NLG 146.000,-, en het hof concludeerde dat de appellant geen recht had op aanvullende schadevergoeding voor de bedrijfsschade, aangezien deze al was vergoed in een eerdere procedure. Uiteindelijk werd de schadeloosstelling vastgesteld op € 267.276,54, vermeerderd met rente en kosten.