ECLI:NL:GHAMS:2020:635
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis wegens recidivegevaar en niet begeleidbaar gedrag
Op 26 februari 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam in raadkamer uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in 1955 en thans verblijvende in het Justitieel Complex Zaanstad. De zaak betreft een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis, dat eerder door de rechtbank Amsterdam op 10 februari 2020 was afgewezen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking.
Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder een reclasseringsrapport van 6 februari 2020, waarin wordt geadviseerd de voorlopige hechtenis te continueren. Dit rapport wijst op de recidive van de verdachte, die regelmatig in delictgedrag terugvalt, en op zijn onregelmatige deelname aan dagbesteding. Bovendien blijkt dat de verdachte zich niet begeleidbaar opstelt ten opzichte van de woonbegeleiding en het vervolgtraject Beschermd Wonen.
Gezien deze omstandigheden heeft het hof geen vertrouwen in een adequate beperking van het recidivegevaar door het stellen van voorwaarden. De persoonlijke belangen van de verdachte zijn niet voldoende zwaarwegend om tot schorsing van de voorlopige hechtenis over te gaan. Het hof heeft daarom het beroep tegen de beschikking van de rechtbank afgewezen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de advocaat-generaal en de griffiers, en is op dezelfde dag aan de verdachte ter kennis gebracht.