ECLI:NL:GHAMS:2020:628

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 februari 2020
Publicatiedatum
3 maart 2020
Zaaknummer
15-023111-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing hoger beroep bevel gevangenhouding in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 februari 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 5 februari 2020, waarin een bevel tot gevangenhouding was gegeven. De verdachte, geboren in 1998 en thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Schiphol te Badhoevedorp, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat van de verdachte een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend. Het hof heeft de relevante stukken en de argumenten van de advocaat-generaal en de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat er ernstige bezwaren zijn voor de feiten waarvoor de verdachte in voorlopige hechtenis is genomen, en dat de twaalfjaarsgrond en recidivegrond van toepassing zijn. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigen. Daarom heeft het hof zowel het beroep tegen de beschikking als het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.

Uitspraak

15-023111-20
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Schiphol te Badhoevedorp,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 5 februari 2020, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 7 februari 2020, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. M.A.J. van der Klaauw.
Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsman namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Het hof acht, naast voor feit 1 op de vordering inbewaringstelling, ook voldoende ernstige bezwaren aanwezig voor de feiten 2, 3 en 4.
Gelet op het voorgaande neemt het hof de zogenoemde twaalfjaarsgrond aan, als ook de recidivegrond, in het bijzonder omdat de verdachte in een proeftijd liep, en de onderzoeksgrond zoals door de advocaat-generaal in raadkamer toegelicht.
Nu het hof ook de ernstige bezwaren aanneemt voor de feiten 2 en 3 op de vordering inbewaringstelling, is het hof van oordeel dat de situatie als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich niet voordoet.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van ernstige bezwaren ter zake van zeer ernstige feiten en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.
15-023111-20

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 26 februari 2020 in raadkamer van dit hof door
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter,
mrs. M.L. Leenaers en A.E. Kleene-Krom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. de Jong en B. Berberoglu als griffiers.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 26 februari 2020,
de advocaat-generaal