Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
.
2.Stukken van het geding
3.Feiten
.”
In elk geval vanaf 22 mei 2015 trad u op als vertegenwoordiger/zaakwaarnemer, blijkens een door u ondertekende verklaring van die datum. Per 24 september 2015 werd door cliënt een notariele volmacht op uw naam verstrekt. Deze volmacht is per 1 februari 2016 geëindigd.
4.Standpunt van klager
5.Standpunt van de notaris
6.Beoordeling
e-mailbericht van [B] van 29 januari 2016 was er nog alle tijd een concept van het testament aan erflater te doen toekomen, aldus klager. Op 2 februari 2016 heeft de notaris het testament gepasseerd in het ziekenhuis waar erflater toen vanwege een longontsteking verbleef. Volgens klager was er echter geen medische noodzaak om het passeren van het testament in een dergelijk kort tijdsbestek (verzoek 29 januari 2016 en passeren 2 februari 2016) te laten plaatsvinden. Verder ging het geenszins om een kleine wijziging (er was sprake van een volledig nieuw testament), en was [B] , de beoogd begunstigde, op 2 februari 2016 (al voor de komst van de notaris) aanwezig bij erflater in het ziekenhuis. Erflater was voor zijn dagelijkse verzorging en financiën volledig afhankelijk van [B] . [B] was sociaal werker bij de marine, alwaar erflater heeft gewerkt. [B] wist van het trauma van erflater en diens kwetsbaarheid. Het vermoeden is dat [B] , die tot maart 2016 nog de sleutel had van het appartement van erflater, in januari 2016 kennis heeft genomen van het concept testament van erflater opgesteld door notaris [D] en om die reden de notaris heeft gevraagd om aanpassing van het testament van 4 juni 2015. Klager is van mening dat voldoende indicatoren aanwezig waren die de notaris reden hadden moeten geven gerede twijfel te hebben over de wilsbekwaamheid van erflater en hiernaar nader onderzoek te doen aan de hand van het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (hierna: het Stappenplan). Klager verwijt de notaris dat hij dit niet heeft gedaan.