ECLI:NL:GHAMS:2020:561
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis en niet-ontvankelijkheid hoger beroep tegen vrijspraak in strafzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 11 januari 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in Casablanca (Marokko) in 1982, was in eerste aanleg vrijgesproken van de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 13-702872-18. Het hoger beroep was door de verdachte ingesteld, maar was ook gericht tegen de vrijspraak. Het hof heeft vastgesteld dat, volgens artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, er geen hoger beroep openstaat tegen een beslissing tot vrijspraak. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met inachtneming van de eerdergenoemde overwegingen. De uitspraak is gedaan na onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 23 januari 2020, waarbij het hof ook kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis had gevorderd. De beslissing van het hof is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was.