ECLI:NL:GHAMS:2020:533
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietige dagvaarding in hoger beroep wegens gebrekkige betekening aan verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 juli 2019. De zaak betreft een verdachte, geboren in Polen, die zonder vaste woon- of verblijfplaats is. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, maar de dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep bleek nietig te zijn. Dit kwam doordat de dagvaarding niet op de juiste wijze was betekend aan de verdachte. De dagvaarding was getracht te betekenen aan een adres dat niet bestond, en er was geen bewijs dat een afschrift van de dagvaarding naar het adres van de verdachte in Polen was verzonden, zoals vereist door de wet.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte ten tijde van de betekening niet gedetineerd was en dat hij sinds 31 augustus 2017 ingeschreven stond op een adres in Polen. De dagvaarding had op de voorgeschreven wijze aan de verdachte betekend moeten worden, maar dit was niet gebeurd. Hierdoor kon de verdachte niet op de terechtzitting verschijnen, wat leidde tot de conclusie dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden. Het hof heeft derhalve de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder behandeld kan worden.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters A.M.P. Geelhoed, I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en M.J. Dubelaar aanwezig waren. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffiers R.L. Vermeulen en T.M.A.D. de Lanoy. Mr. M.J. Dubelaar was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.